Eosta, een bedrijf dat biologisch fruit importeert, werkt sinds 2012 samen met Bhutan. Volgens directeur Volkert Engelsman kunnen we in Europa nog veel leren van dat land. “Het is vreemd dat wij nog zo middeleeuws met welvaart omgaan in het Westen,” zegt hij.

Binnen nu en 10 jaar wil Bhutan 100 procent aan biologische landbouw doen. Momenteel zit het land aan 93 procent; de kaap is dus in zicht. Producten worden voornamelijk lokaal geconsumeerd in Bhutan, terwijl de voeding in de grote steden uit China komt.

Bruto nationaal geluk

Bhutan ligt tussen China en India in het midden van de Himalaya. De meerderheid van de bevolking is boeddhistisch en daaruit is ook hun holistische kijk op welvaart ontstaan. In plaats van een bnp, waar de focus uitsluitend op economie ligt, wordt de welvaart in Bhutan gemeten aan de hand van het bng (bruto nationaal geluk).

De bevolking werkte vroeger wel met kunstmest en pesticiden, maar heeft er bewust voor gekozen om biologisch te telen. Het beleid werd in 2013 officieel gemaakt door de overheid. Boeddhisten doden geen dieren en zijn dus tegen het gebruik van pesticiden die insecten doden.

Unicum

Biologische landbouw in plaats van gangbare landbouw kan de braindrain naar de stad tegenhouden. Steeds meer jongeren komen tot de ontdekking dat chemische landbouw die het klimaat vernielt, niet de landbouw is die ze willen.

Bij biologische landbouw wordt een beroep gedaan op je creativiteit en intelligentie, aldus Engelsman. Hij haalt fel uit naar chemiereuzen als Monsanto die volgens hem aan paternalistische vormen van landbouw doen.

Bhutan wil niet alleen biologisch zijn, maar ook zelfvoorzienend. Dat maakt het land een unicum op wereldvlak. In 2012 kon het land zo’n 60 procent van zijn bevolking zelf voorzien van voedsel.

[MO]

Share.