Advocaat beschuldigt rechter van valsheid in geschrifte
Aangifte tegen kinderrechter
ALMELO – Een kinderrechter van de rechtbank Overijssel heeft zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte en/of meineed, zegt advocaat Sébas Diekstra. Hij doet maandag aangifte tegen de rechter bij het Openbaar Ministerie Oost-Nederland, en noemt de kwestie „bizar”.
De aangifte richt zich tegen kinderrechter M. Lorist, die op 11 februari van dit jaar een zaak behandelde over de verlenging van de uithuisplaatsing van twee kinderen. Het gaat om een 6-jarig jongetje en zijn destijds 1 jaar oude zusje.
Partijdig
Tijdens de chaotisch verlopen behandeling van de zaak wraakten de ouders van de kinderen de kinderrechter, die in hun ogen partijdig was. Dat gebeurde voordat er mondeling uitspraak was gedaan en op het moment dat de kinderrechter de behandeling op de zitting wilde sluiten.
In het verslag dat de kinderrechter op 20 februari stuurde naar haar collega’s van de wrakingskamer van de rechtbank Overijssel, schreef ze echter dat het wrakingsverzoek pas werd gedaan nadat ze een uitspraak had gedaan. Ook in het proces-verbaal van de zitting en in de schriftelijke beschikking staat dat.
Eén van de aanwezigen bleek echter een geluidsopname van de chaotische zitting te hebben gemaakt. Daarop is duidelijk te horen hoe zij hun toenmalige advocaat die hen tijdens de zitting bijstond, meermalen aansporen om de rechter te wraken, en het uiteindelijk zelf doen op het moment dat de rechter het onderzoek wil sluiten.
De kinderrechter reageert in eerste instantie met de woorden: „In ieder geval hebt u het wrakingsverzoek gedaan nadat ik uitspraak heb gedaan.” Na protest van een deel van de aanwezigen komt de rechter daarop terug: „Ik wil u de gelegenheid bieden om het wrakingsverzoek behandeld te krijgen voor de mondelinge uitspraak. U zult een oproep krijgen van de wrakingskamer en dan wens ik u veel succes.”
Ondubbelzinnig
Het gevolg liet zich raden, zegt advocaat Diekstra. „De wrakingskamer baseerde zich op de valselijk opgemaakte stukken, en wees het verzoek van de ouders af omdat dat pas zou zijn ingediend na de uitspraak door de kinderrechter. Een uitspraak die dus in werkelijkheid nog niet was gedaan, zoals ondubbelzinnig uit de geluidsopnamen blijkt.”
De aangifte van valsheid in geschrifte richt zich ook tegen de griffier, zegt advocaat Diekstra. Die zette ook zijn handtekening onder de volgens hem valselijk opgemaakte stukken. Diekstra noemt de kwestie „bizar. Wat beweegt een rechter om zoiets te doen?”
De raadsman vindt dat de kinderrechter en griffier het vertrouwen in de integriteit van de rechtspraak ernstig hebben geschaad. „Voor het vertrouwen in de Nederlandse rechtspraktijk is het van uitermate groot belang dat procesdeelnemers en de samenleving erop kunnen vertrouwen dat rechterlijke stukken naar waarheid zijn opgemaakt.”
ALMELO – De Leidse advocaat Sébas Diekstra heeft maandag aangifte gedaan tegen een kinderrechter en een griffier van de rechtbank in Almelo. Volgens Diekstra heeft de rechter zich ‘aantoonbaar schuldig gemaakt’ aan valsheid in geschrifte. Een advocaat die aangifte doet tegen een rechter is vrij uniek: het komt in Nederland zelden voor.
De aangifte is gedaan tegen kinderrechter M. Lorist, die in februari dit jaar een zaak behandelde rondom de uithuisplaatsing van een 6-jarig jongetje en zijn destijds 1-jarige zusje. De zaak draaide om de vraag of de uithuisplaatsing verlengd moest worden.
Partijdig
De ouders van de kinderen vonden de rechter partijdig en wraakten haar tijdens de zitting. Dat gebeurde, zo stellen de ouders, voordat er uitspraak was gedaan door Lorist. De rechtbank Overijssel bestrijdt dat; zij stelt dat het wrakingsverzoek pas werd gedaan nádat er al een vonnis was uitgesproken.
Volgens Diekstra is dat pertinent onjuist. De advocaat uit Leiden baseert zich op geluidsopnamen die heimelijk tijdens de zitting gemaakt zijn. „Niet alleen de rechter zelf, maar ook haar griffier hebben documenten opgesteld en ondertekend, wetende dat deze in strijd met de waarheid waren”, aldus Diekstra. Door die stukken is de wrakingskamer van de rechtbank Overijssel verkeerd ingelicht, stelt de advocaat.
Waarom zouden rechter en griffier liegen?
Verzoek afgewezen
De rechtbank betwist die gang van zaken. „De uitspraak in deze zaak is in hoger beroep bekrachtigd door het gerechtshof. Betrokkenen hebben alle mogelijke rechtsmiddelen benut”, meldt het bestuur van de Overijsselse rechtbank in een reactie.
Een woordvoerder van de Almelose rechtbank bevestigt dat er een wrakingsverzoek is gedaan en dat dat verzoek is afgewezen. Maar omdat het gaat om een zaak met minderjarigen, kan hij niet inhoudelijk ingaan op het proces.
Liegen
In de heimelijk gemaakte audio-opnames zou te horen zijn dat de kinderrechter het wrakingsverzoek eerst afwijst. Na protest van de ouders zou ze daarop teruggekomen zijn. Het maken van zulke opnames is verboden in een rechtbank. Toch is er van een aangifte tegen de maker nu geen sprake, meldt de Overijsselse rechtbank.
De Leidse advocaat Diekstra heeft de aangifte gedaan namens de ouders van de uit huis geplaatste kinderen. „Zonder de audio-opnames die tijdens de zitting zijn gemaakt, had de valsheid in geschrifte waarschijnlijk nooit aangetoond kunnen worden. Want waarom zouden rechter en griffier liegen? Waarom hebben zij hierover gelogen?”
Het bestuur vindt het een kwalijke zaak dat de betrokkenen de naam van de kinderrechter naar buiten hebben gebracht
Bestuur Rechtbank Overijssel
Kwalijk
De rechtbank Overijssel hekelt de gang van zaken en het ‘namen en shamen’ in de media. „Het bestuur vindt het een kwalijke zaak dat de betrokkenen de naam van de kinderrechter naar buiten hebben gebracht en meningen worden gepresenteerd als feiten, zelfs nog voordat het Openbaar Ministerie een eventueel onderzoek heeft kunnen starten”, aldus het bestuur van de rechtbank.
Een advocaat die aangifte doet tegen een rechter is in Nederland vrij zeldzaam, zo bevestigt de Raad voor de Rechtspraak. Mocht het Openbaar Ministerie inderdaad tot een onderzoek overgaan, dan hoeft dat niet automatisch te betekenen dat de betreffende rechter op non-actief wordt gezet. „Dat is aan het rechtbankbestuur, daar gaan wij niet over”, aldus een woordvoerder van de Raad voor de Rechtspraak.