Europa experimenteert nu bijna 3 decennia met milieubelastingen. Volgens het Pigouviaanse paradigma is “milieuvervuiling” een operationele kost die economische actoren (in het meeste geval greedy evil corporations) externaliseren, ten nadele van mens en milieu.

Uit die vooronderstelling vloeit voort dat die economische actoren belast moeten worden ten belope van de kost die ze externaliseren. Dat roept natuurlijk allerlei vragen op, niet in het minst aangaande de berekenbaarheid van die ‘sociale kost’.

De fiscale denktank IREF ging na in hoeverre Europese landen, als politieke frontrunners van milieufiscaliteit, nu groener worden door hun fiscaal beleid.

What a shocker: er blijkt geen enkel verband tussen beide variabelen te bestaan. Landen met hogere milieubelastingen doen niet beter dan landen met lagere milieubelastingen. Sterker nog: de landen die de afgelopen decennia hun uitstoot het meeste beperkten, hebben zelfs geen samenhangend milieurecht.

IREF-300x246Dat is niet onlogisch. Zo stelde de Europese Unie wat betreft milieufiscaliteit geen vervuilingstargets, maar belastingtargets. Fiscale inkomsten uit milieubelastingen zouden tegen 2020 zo’n 10% van alle belastinginkomsten in de EU moeten uitmaken. Het lijkt er dus op dat niet zozeer groene resultaten, maar groene intenties belangrijker zijn voor de eurocraten.

De klimaatkerk is, zoals zowat elke religie, in de eerste plaats een geldkoe voor haar clerus. De gelovigen zullen wel gewillig hun centen afdragen.

Bovendien is de 10% target geheel arbitrair. Er worden geen bewijzen aangedragen waarom 10% beter of slechter zou zijn dan 9 of 11. 10 is gewoon een politiek makkelijk verkoopbaar cijfer. Zoals we weten, houden klimaathysterici niet van wetenschap, maar enkel van politieke marketing.

Men zou bijvoorbeeld makkelijk alle andere belastingen verlagen, zodat het aandeel van de milieubelastingen in de totale fiscale inkomsten groeit tot 10%. Een lagere fiscale last zou dan meer economische activiteit, en misschien meer vervuiling betekenen. Die “10% target” heeft dan uiteindelijk voor meer vervuiling gezorgd…

Kortom, het verhaaltje van de milieufiscaliteit raakt kant noch wal.

En dan nu een inconvenient truth voor de klimaatkerk: niet fiscale instrumenten, maar een goede afdwinging van eigendomsrechten lijkt een belangrijke verklarende parameter voor een beter milieu.

Landen die beter scoren op de International Property Rights Index , scoren aanzienlijk beter op de Environmental Performance Index. Dat komt natuurlijk omdat eigendomsrechten een noodzakelijke voorwaarde zijn voor de economische groei en ontwikkeling van een (post-)industriële economie, en “rijkere” landen beter gewapend zijn om hun milieu (groen, lucht, wildlife, water) te beschermen.

IREF1-300x283Dit bewijst dat groene politici in feite weinig geven om het milieu. Zij willen enkel zichzelf verrijken en postjes creëren voor hun trawanten. En natuurlijk speelt links revanchisme een grote rol: onder het voorwendsel van milieuvervuiling kan men de superieure Westerse economieën kapotbelasten, ten bate van totalitaire volksrepublieken die al lang begrepen hebben waar de klimaatheisa toe dient.

 

Bron

Share.