Precies een week geleden vond op het Indonesische eiland Sulawesi een aardbeving met een magnitude van 6.2 plaats. Ruim achttienduizend mensen raakten dakloos en verblijven sindsdien op straat. Door de coronapandemie is de reddingsoperatie door vrijwilligers bovendien een stuk lastiger dan bij eerdere aardbevingen, vertelt Jan Gelfand, coördinatiehoofd van het Rode Kruis in Indonesië. Vier van zijn vrijwilligers raakten al besmet.
Het officiële dodental staat op 91 en meer dan duizend mensen raakten gewond. De zoek- en reddingsoperatie is inmiddels een hersteloperatie geworden. Mogelijk liggen er nog mensen onder het puin, maar onduidelijk is hoeveel. Volgens Gelfand wordt vrijdag nog één persoon vermist.
Door de aardbeving, waarvan het epicentrum in de buurt van de westelijke plaats Majene lag, raakten honderden huizen beschadigd en zijn tal van ziekenhuizen ingestort. Hierdoor worden COVID-19-patiënten op sommige plaatsen noodgedwongen op parkeerplaatsen verzorgd.
Tienduizenden mensen raakten, te midden van het hoogtepunt van de coronapandemie in Indonesië, een dak boven hun hoofd kwijt. Zoals Gelfand het omschrijft: een slechte situatie is door het coronavirus een “zeer slechte” situatie geworden. “Het is alsof er zout in wonden wordt gestrooid. Het maakt de hele operatie onwijs complex.”
Veel mensen verblijven, doordat ze hun huis verloren, de hele dag op straat. Het Rode Kruis probeert te ondersteunen met desinfectiestations, mondmaskers, coronavoorlichting en de basismiddelen (water, medische hulp en dekzeilen). Maar toch leidt de pandemie tot uitdagingen waar de organisatie bij eerdere natuurrampen geen rekening mee hoefde te houden.
“Je kunt nu geen barakken bouwen, of tenten heel dicht naast elkaar, wat je normaal zou doen. Het gaat erom dat we mensen beschermen. Maar hoe ga je dat doen als er moet worden gegeten? Twintigduizend mensen die honger hebben en angstig zijn, dat is een opgave, die kun je niet aan één tafel zetten”, schetst Gelfand de uitdagingen van de reddingsoperatie.
De pandemie leidt tegelijkertijd tot een dilemma: mensen willen dicht bij elkaar zijn, hoewel eigenlijk afstand moet worden gehouden. “Mensen zijn nu eenmaal sociaal, en met elkaar ben je comfortabeler. De topprioriteit van het Rode Kruis is mensen gezond houden, maar dat is lastig. Van onze tweehonderd vrijwilligers raakten er al vier besmet.”

Indonesië krijgt ramp na ramp te verduren
2021 is voor het Rode Kruis in Indonesië niet rustig begonnen, legt Gelfand uit. Naast een vliegramp en de aardbeving op Sulawesi, zijn er ook verschillende overstromingen en probeert het land tegelijkertijd met man en macht het coronavirus onder controle te krijgen.
Dat laatste lukt nog niet: vorige week noteerde het land nog een recordaantal besmettingen op één dag (14.224). “Soms voelt het als de rampenfilm The Perfect Storm: wat kan er nog meer fout gaan? Indonesië is gewoon ‘op’ momenteel. Er zijn vijf Rode Kruis-operaties gaande op dit moment”, aldus Gelfand.
Het coronavirus, de natuurrampen, de beperkte middelen: de Rode Kruis-coördinator kan bijna geen scenario bedenken dat de situatie nog complexer kan maken voor de Indonesiërs. Toch houden de inwoners van het land de moed erin. “Het zal je verbazen hoe veerkrachtig de mensen zijn”, vertelt Gelfand vanuit de Indonesische hoofdstad Jakarta. “Mensen op Sulawesi hebben de hele tijd met trauma’s en tegenslagen te maken, maar toch komen ze er weer bovenop.”
“We werken nu aan het opzetten van lokale markten, om ze iets van het normale leven terug te geven. Maar echt terug naar normaal gaat voorlopig niet gebeuren. En dat is niet makkelijk.”
