De euro moest deelnemende landen dichter bij elkaar brengen. Daar is volgens econoom en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz bar weinig van terechtgekomen.
In zijn nieuwe boek ‘De euro’ schetst hij een pessimistisch beeld van de Europese gemeenschappelijke munt.
De oprichting van de euro noemt hij tegenover de New York Times een ‘tragische mislukking’ en ‘één van de belangrijkste redenen voor de uiterst slechte economische prestaties van de landen in de eurozone sinds het uitbreken van de crisis’.
Meer verdeeldheid
Stiglitz concludeert dat de verschillen tussen de eurozone-landen niet kleiner, maar juist groter werden door de overkoepelende munt.
“Als de euro iets teweeg heeft gebracht, is het juist meer verdeeldheid onder de landen die eraan meedoen,” zei hij.
De econoom houdt rekening met de ontmanteling van de euro. Hij voorspelt dat als er niets verandert, er binnen een paar jaar genoeg steun is in een aantal lidstaten om uit de euro te stappen.
Kaartenhuis
“Dan zal het ontrafelen van de eurozone echt beginnen,” aldus Stiglitz.
Ook Otmar Issing, oud-hoofdeconoom van de Europese Centrale Bank, maakt zich zorgen over de euro.
De ‘architect’ van de munteenheid waarschuwt voor het instorten van de euro. “Er komt een dag dat het kaartenhuis zal instorten,” zei hij in een interview met het Britse magazine Central Banking.
Wakker worden
“We modderen maar wat aan en belanden zo van de ene crisis in de andere,” zei Issing.
Volgens de Duitse econoom is de euro verraden door politici. “Het experiment heeft vanaf het begin geen enkele kans van slagen gehad.”
“Het grootste probleem van Europa is de euro,” benadrukte Stiglitz. “Europeanen moeten wakker worden uit de fantasie dat het op deze manier verder kan gaan.”
