maandag, september 25

David Rockefeller, de ‘patriarch van het Amerikaanse establishment’ die op 101-jarige leeftijd is overleden, wordt door de mainstream media geprezen als filantroop.

Historicus F. William Engdahl wil graag een completer beeld schetsen van deze man.

In 1939 financierde David Rockefeller samen met zijn vier broers – Nelson, John D. III, Laurance en Winthrop – en de Rockefeller Foundation het topgeheime project War and Peace Studies van de Council on Foreign Relations (CFR).

Wereldrijk

Deze denktank, die werd aangestuurd door de Rockefellers, bestond uit academici die nog voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een plan uitwerkten voor een wereldrijk na de oorlog.

Ze smeedden een plan om een wereldrijk over te nemen van de bankroete Britten. Ze spraken echter niet van een wereldrijk, maar van het ‘verspreiden van democratie en vrijheid’.

De Verenigde Naties vormden een belangrijk onderdeel van dit plan. De Rockefellers stelden hun grond in Manhattan ter beschikking voor het hoofdkantoor van de VN.

Ze verdienden vervolgens miljarden aan de waardestijging van omliggend onroerend goed dat ook van hen was. Elke donatie moet ervoor zorgen dat het familiefortuin nog groter wordt.

Na de Tweede Wereldoorlog had David Rockefeller grote invloed op het Amerikaanse buitenlandbeleid en de talloze oorlogen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië.

De Rockefellers bedachten de Koude Oorlog tegen de Sovjet-Unie en de NAVO om West-Europa te behouden als Amerikaanse vazalstaat.

Engdahl noemt nog enkele misdaden tegen de menselijkheid waar David Rockefeller zich schuldig aan heeft gemaakt.

Het volk

Tot de Tweede Wereldoorlog financierde de Rockefeller Foundation onderzoek in het Kaiser-Wilhelm-Gesellschaft in Berlijn.

Het onderzoek was erop gericht een superieur ras te ontwikkelen. De Rockefellers financierden daarmee de nazi-eugenetica.

Standard Oil, het oliebedrijf van de Rockefellers, leverde in het geheim aan de luchtmacht van de nazi’s toen brandstof schaars was.

Na de oorlog lieten de Rockefellers naziwetenschappers die betrokken waren bij de nazi-eugenetica overkomen naar de VS en Canada.

Veel van deze wetenschappers werkten aan het topgeheime project MK-ULTRA van de CIA.

In de jaren vijftig richtten de Rockefellers de Population Council op om het onderzoek verder uit te breiden.

De Rockefellers waren ook verantwoordelijk voor het topgeheime Amerikaanse overheidsproject NSSM-200, dat de bevolkingsgroei in ontwikkelingslanden moest terugdringen.

In de jaren zeventig financierde de Rockefeller Foundation een speciaal tetanusvaccin dat vrouwen onvruchtbaar maakte.

De olie

De Rockefellers verdienden hun fortuin met bedrijven als ExxonMobil en Chevron. Henry Kissinger, sinds 1954 de politiek adviseur van David Rockefeller, was betrokken bij elk groot project van de Rockefellers.

De oliecrisis van 1973 werd georkestreerd door een organisatie die David Rockefeller in de jaren vijftig heeft opgezet: de Bilderberggroep.

De plannen voor de oliecrisis werden gesmeed tijdens de Bilderbergconferentie in het Zweedse Saltsjöbaden. Hebzuchtige Arabische oliesjeiks zouden de schuld krijgen van de crisis.

Als gevolg van de crisis werd de Chase Manhattan Bank van David Rockefeller één van de grootste banken ter wereld.

In de jaren zeventig zei Kissinger over de strategie van Rockefeller: “Als je de olie in handen hebt, heb je hele landen in handen; als je het voedsel in handen hebt, heb je het volk in handen; als je het geld in handen hebt, heb je de hele wereld in handen.”

Het geld

David Rockefeller was voorzitter van de Chase Manhattan Bank. Hij orkestreerde in de jaren tachtig de wereldwijde schuldencrisis waardoor de waarde van de Argentijnse, Mexicaanse en Braziliaanse munt kelderde.

Rockefeller en vrienden als George Soros konden in die landen vervolgens tegen bodemprijzen grond opkopen.

Hij gebruikte de schuldencrisis in de jaren tachtig om veel Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen leeg te roven.

David Rockefeller was bevriend met brute dictators als Jorge Videla en Pinochet, die met hulp van toenmalig minister Kissinger aan de macht waren gekomen.

Hij zag zichzelf als de patriarch van de diepe staat, een onzichtbaar machtig netwerk. Een filantroop was hij allesbehalve.

[New Eastern Outlook]

Share.