Op Prinsjesdag word je overspoeld door cijfertjes en dat maakt het lastig om het overzicht te bewaren. Lees daarom hier wat je volgend jaar van de kabinetsplannen gaat merken.
Niet alle in dit artikel genoemde veranderingen zijn definitief. Over een deel van de voorstellen moet nog gestemd worden.
Inkomen
Voor de meeste huishoudens neemt de koopkracht toe. Gemiddeld gaat het in 2020 om een stijging van 2,1 procent. De middeninkomens (een bruto jaarsalaris tussen de 35.000 en 75.000 euro) gaan er 1,8 tot 2,4 procent op vooruit. Hoge inkomens (vanaf 75.000 euro) zien een stijging van 2,3 procent. De koopkracht van lage inkomens neemt met 1,4 procent het minst toe.
Aanvankelijk zou het aantal belastingschijven pas in 2021 van vier naar twee gaan, maar de invoering is vervroegd naar 2020. Nu zijn er nog de drie tarieven 36,65 procent, 38,1 procent en 51,75 procent voor vier verschillende schijven. In 2020 zijn er nog twee tarieven over: 37,35 procent voor het inkomen tot en met 68.507 euro en 49,5 procent voor alles daarboven. Door deze aanpassing maakt het minder uit of het inkomen van een huishouden door één of twee personen wordt verdiend.
De algemene heffingskorting gaat omhoog en dit is voordelig voor mensen met een jaarinkomen tot 68.507 euro. Het is een extra verhoging boven op de stapsgewijze verhoging die dit jaar al is ingezet. De algemene heffingskorting is een korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hoe lager het inkomen, hoe groter de korting uitvalt.
Vanaf volgend jaar stijgt de belastingvrije vergoeding voor vrijwilligers mee met de inflatie. Het maximum kan, afhankelijk van de inflatie, in stappen van 100 euro stijgen of gelijk blijven. Dit jaar was de belastingvrije vergoeding maximaal 1.700 euro. Waarschijnlijk stijgt dit bedrag pas in 2021 naar 1.800 euro.
Waarom positieve koopkracht misschien niet voor jou geldt Wat betekenen die koopkrachtplaatjes precies?
Werken
De zelfstandigenaftrek voor zzp’ers wordt versoberd. Tot nu toe hoefden zelfstandige ondernemers over de eerste 7.280 euro winst geen belasting te betalen, maar die vrijstelling wordt in tien jaar stapsgewijs verlaagd naar 5.000 euro in 2028. In 2020 gaat er 250 euro van de aftrekpost af.
Voor zzp’ers gaat een minimumtarief van 16 euro per uur gelden. Dit gaat per 2021 in.
Om de verlaging van de zelfstandigenaftrek te compenseren, gaat de arbeidskorting in 2020, 2021 en 2022 omhoog. Dit voordeel geldt overigens voor alle werkenden en zorgt ervoor dat de lasten op arbeid worden verlicht. Dit heeft voordeel voor mensen met een jaarinkomen tussen de 10.000 en 98.000 euro. Ook wordt het voor werkenden met een inkomen van tussen de 20.000 en 35.000 euro aantrekkelijker om méér te gaan werken, omdat ze meer overhouden van het extra inkomen.
Kinderen
Vanaf 1 juli 2020 wordt het verlof van partners in het eerste half jaar na de geboorte met vijf weken uitgebreid. Tijdens die periode wordt het loon voor 70 procent doorbetaald. De vijf weken komen boven op de vijf dagen verlof die fulltimers sinds begin dit jaar krijgen.
Meer ouders komen in 2020 in aanmerking voor een kindgebonden budget. Er komen ongeveer 294.000 ouderparen in aanmerking voor deze bijdrage voor de kosten voor kinderen tot achttien jaar. Gemiddeld krijgen ze 610 euro per jaar. Ouders met een middeninkomen krijgen volgend jaar 990 euro extra kindgebonden budget.
Zorg
De gemiddelde zorgpremie gaat in 2020 naar verwachting met zo’n 37 euro omhoog. Dit komt neer op een verwachte premie van 118,50 euro per maand en in totaal 1.422 euro. Dit is overigens alleen een inschatting van het kabinet, want de zorgverzekeraars bepalen zelf de hoogte van de zorgpremies. Uiterlijk 12 november worden die bekendgemaakt.
Ook stijgt de zorgtoeslag in 2020 harder dan de premies om de koopkracht van vooral lagere inkomens te verbeteren. Voor alleenstaanden stijgt de toeslag met 67 euro en voor meerpersoonshuishoudens met 95 euro.
Ouderen en chronisch zieken zijn vanaf volgend jaar maximaal 19 euro per maand kwijt aan een maaltijdservice, vervoerspas of boodschappendienst. Deze bijdrage voor algemene voorzieningen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is nu nog afhankelijk van het inkomen.
Vanaf januari 2020 gaat de accijns op sigaretten en andere tabaksproducten omhoog. Voor een pakje met twintig sigaretten betaalt een roker dan 0,14 euro meer accijns. In april gaat de accijns voor zo’n pakje nog eens met 1 euro omhoog.
PolitiekZie ook: Reacties op troonrede: ‘Het gevoel blijft dat de groei niet voor ons is’
Wonen
Het kabinet kijkt naar een aanpassing van de overdrachtsbelasting. Mogelijk gaan starters op de woningmarkt een lager percentage van de aanschafwaarde aan overdrachtsbelasting betalen. Hierbij wordt nog wel gekeken of die maatregelen “uitvoerbaar, effectief en proportioneel” zijn.
Om het woningtekort te lijf te gaan, komt er een bouwfonds van 1 miljard euro voor gemeenten. Zo moet de doelstelling van 75.000 nieuwe woningen per jaar haalbaar worden. Corporaties die sociale- en middenhuurwoningen bijbouwen, krijgen een korting op de verhuurdersheffing. Het gaat om een korting van in totaal 1 miljard euro. Tot nu toe bedroeg de heffing 1,7 miljard euro.
Huishoudens met een jaarverbruik van 1.179 kubieke meter gas en 2.525 kWh elektriciteit zijn volgend jaar zo’n 100 euro minder kwijt aan energiebelasting dan in 2019. Consumenten gaan meer belasting voor aardgas betalen, maar minder voor elektriciteit. De belasting voor gas gaat omhoog met 0,0399 euro per kubieke meter (het tarief is nu 0,2931 euro). Voor elektriciteit hoeft volgend jaar per kWh 0,0009 euro minder betaald te worden (het tarief is nu 0,0986 euro). Ook wordt in 2020 per aansluiting 435,68 euro afgetrokken van de energiebelasting. Dit jaar ging het nog om 257,54 euro.
Er komt een warmtefonds om energiebesparende maatregelen voor koopwoningen te stimuleren.
Mogelijk komt er een zelfbewoningsplicht voor kopers van woningen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Maastricht – daar waar de woningmarkt het krapst is. Door kopers te verplichten zelf een woning te betrekken, zouden beleggers en pandjesbazen ontmoedigd worden. Minister Kajsa Ollongren informeert de Kamer eind 2019 hoe dit plan wordt uitgewerkt.
Voor meerpersoonshuishoudens die een sociale huurwoning willen huren, gaat mogelijk een hogere inkomensgrens gelden. Het kabinet wil de grens verhogen van 38.035 naar 42.000 euro. Voor eenpersoonshuishoudens gaat de grens mogelijk omlaag naar 35.000 euro.
Ook krijgen woningcorporaties meer ruimte voor maatwerk. Zo kunnen bijvoorbeeld lagere middeninkomens toch een sociale huurwoning krijgen of huurders met een hoger inkomen een extra huurverhoging van 50 tot 100 euro opgelegd krijgen.
De koopkracht van gepensioneerden en mensen met een uitkering stijgt volgend jaar nauwelijks, schrijft het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) op basis van de dinsdag gepresenteerde Miljoenennota 2020. Mensen met middeninkomens gaan er volgend jaar qua koopkracht het meest op vooruit.
Het budgetinstituut schrijft dat de meeste mensen hun koopkracht met gemiddeld 1 tot 2 procent zien stijgen. Vooral tweeverdieners met een middeninkomen en kinderen gaan er in 2020 op vooruit, aldus het Nibud.
Mensen met een uitkering vallen volgens het budgetinstituut buiten de boot. Deze groep ziet weinig veranderingen in de portemonnee door genomen kabinetsmaatregelen. Een alleenstaande in de bijstand kan volgend jaar 14 euro per maand meer uitgeven dan dit jaar. Wel komt een grotere groep huishoudens vanaf volgend jaar in aanmerking voor huurtoeslag, aldus het Nibud.
Onder gepensioneerden heerst er veel onzekerheid. Het Nibud ziet de koopkracht van deze groep met 0,5 procent tot 2,8 procent stijgen, een flink verschil dus. De onzekerheid heeft met name met mogelijke kortingen op de pensioenen te maken. Sommige pensioenfondsen hebben al laten weten dat zij volgend jaar misschien op de aanvullende pensioenen moeten korten. “In dat geval zal de koopkracht voor deze gepensioneerden veel minder stijgen of zelfs dalen”, schrijft het Nibud.
Grootste koopkrachtstijging voor tweeverdieners met meerdere kinderen
Mensen met een middeninkomen gaan er volgend jaar qua koopkracht het meest op vooruit. Vooral stellen met kinderen krijgen een flinke koopkrachtboost. Tweeverdieners met twee kinderen gaan er zo’n 3,7 procent op vooruit. Een stel met drie kinderen en een gezamenlijk inkomen van 45.000 euro gaat er procentueel het meest op vooruit: hun koopkracht stijgt met 4,6 procent.
Stellen met kinderen gaan er meer op vooruit vanwege een verandering van het kindgebonden budget. Voor tweeoudergezinnen wordt dat nu nog afgebouwd bij een bruto-inkomen van 21.000 euro en die grens gaat omhoog naar 38.000 euro.
De koopkrachtstijging van tweeverdieners zonder kinderen is iets minder. Bij de gepubliceerde rekenvoorbeelden gaan tweeverdieners met twee inkomens van 35.000 euro en zonder kinderen er met ongeveer 2 procent op vooruit, aldus het Nibud.
PolitiekZie ook: Check hier wat Prinsjesdag doet met jouw koopkracht
Verschil tussen vaste medewerkers en zelfstandigen groot
Het plaatje dat het Nibud schetst, is vooral rooskleurig voor mensen met een vast contract: voor hen ziet het er volgend jaar beter uit dan voor zelfstandigen. Werknemers met een cao-loon kunnen er volgend jaar gemiddeld 2,5 procent bij verwachten op hun loonstrookje.
Door de verlaging van de zelfstandigenaftrek kunnen zzp’ers volgend jaar een minder groot bedrag van de belasting aftrekken. In het rekenvoorbeeld zet het Nibud twee alleenstaanden met een inkomen van 25.000 euro naast elkaar. De ene alleenstaande heeft een vast contract en gaat er 3,1 procent op vooruit, de ander is een zelfstandige en gaat er met slechts 1,2 op vooruit qua koopkracht.