“Onder de slachtoffers zijn mijn vrienden, buren, en twee van mijn broers. Ik mis ze nog elke dag”, zegt jezidi-activist en Nobelprijswinnaar Nadia Murad, die aanwezig was bij de plechtige ceremonie. “Ik ben blij dat ik hen kan eren met een waardige begrafenis, maar mijn hart bloedt nog altijd voor de duizenden gezinnen die nog geliefden in massagraven hebben liggen.”

De regio rond Kocho, in het noorden van Irak, werd zeven jaar geleden ingenomen door Islamitische Staat. De terreurgroep trad hard op tegen de jezidi’s, een religieuze minderheid in het islamitische land. Mannen werden vermoord, jongens werden kindsoldaat en meisjes en vrouwen werden seksslaaf.

Meer dan 3000 mensen werden vermoord, van de 7000 vrouwen die werden ontvoerd zijn velen nog altijd niet terug. 120.000 mensen sloegen op de vlucht. Murad won in 2018 de Nobelprijs voor de Vrede voor haar inzet voor de bevolkingsgroep. Ze werd zelf drie maanden vastgehouden door IS.

Daders opsporen

Nadat IS uit het gebied was verjaagd, werden er zeker tachtig massagraven gevonden. Sinds maart 2019 zijn er daarvan negentien opgegraven. De resten zijn naar Bagdad gebracht voor onderzoek door een internationaal team.

Het identificeren van de slachtoffers verloopt moeizaam, omdat veel jezidi’s verspreid zijn geraakt over het land. Bovendien zijn er van sommige gezinnen geen overlevenden meer over om dna mee te vergelijken.

Murad roept op het werk voort te zetten. Niet alleen om de slachtoffers een waardige laatste rustplek te geven, maar ook om bewijsmateriaal te verzamelen over de daders.

“De meeste daders zijn nog niet geïdentificeerd, opgepakt en berecht”, zegt Murad. “Ze lopen vrij rond en verstoren de dromen of vrijheid en veiligheid van mijn gemeenschap.”

Ontheemd, getraumatiseerd: situatie jezidi’s zes jaar na genocide uitzichtloos

3 augustus 2014 is de dag waarop het leven van de jezidi’s voorgoed veranderde. Die dag maakte terreurbeweging Islamitische Staat een begin met de verdrijving van honderdduizenden jezidi’s van hun geboortegrond in het noorden van Irak. Vele duizenden werden ontvoerd en vermoord. Zes jaar later is de situatie voor overlevenden en nabestaanden nog steeds uitzichtloos.

“In de provincie en de stad Sinjar, waar de jezidi’s oorspronkelijk woonden, is de situatie heel slecht”, zegt Midden-Oostenjournalist Brenda Stoter Boscolo in het NOS Radio 1 Journaal. “Er zijn overal mijnen en er is weinig wederopbouw. Het gebied wordt geleid door verschillende politieke fracties en militanten, waardoor die mensen niet terug kunnen.”

Zo’n 300.000 jezidi’s wonen nu in tentenkampen in het noorden van Irak. 100.000 anderen zijn naar het buitenland gevlucht. Meerdere landen hebben speciale opvangprogramma’s voor getraumatiseerde vrouwen en kinderen. Stoter Boscolo schreef het boek Het vergeten volk over wat er sinds 2014 met de jezidi’s is gebeurd. Ze sprak met verschillende gezinnen die uiteengevallen zijn, en overal ter wereld terecht zijn gekomen.

Steeds meer mensen in de jezidi-gemeenschap plegen zelfmoord

Zo is er het verhaal van Ronia. Toen ze elf was, werd ze gekidnapt door IS en vervolgens doorverkocht aan verschillende strijders van de terreurgroep. “Haar moeder kon met haar broertjes en zusjes voor een speciaal asielprogramma naar Canada, maar Ronia bleef altijd vermist. Tot ze een paar maanden geleden werd gevonden in het IS-vluchtelingenkamp Al-Hol in Syrië.”

Ronia werd overgebracht naar het noorden van Irak en zit daar sindsdien vast. “Ze kan niet naar Canada. Het is heel wrang als je na al die jaren niet met je moeder herenigd kan worden.”

In de tentenkampen in Irak is volgens Stoter Boscolo nog steeds heel weinig hulp. “Bijvoorbeeld voor kinderen die naar IS-trainingskampen gestuurd werden. Die jongens zijn gebrainwasht en hebben trauma’s. Maar ook de kinderen die verkocht zijn aan IS-families als huisslaaf en vaak ook zijn verkracht.”

Amnesty International concludeerde vorige week in een rapport dat veel jezidi-kinderen zowel geestelijk als lichamelijk dringend hulp nodig hebben. Zij hebben last van blijvende verwondingen, posttraumatische stress en depressies. “Steeds meer mensen in de jezidi-gemeenschap plegen zelfmoord”, zegt Stoter Boscolo. “Dat geldt trouwens ook voor mannen. Zij hebben geen werk, geen inkomen, vaak trauma’s en voelen zich verantwoordelijk voor het gezin. En dan beroven ze zich van het leven.”

Naast de jezidi’s in tentenkampen zijn er nog zo’n 2800 vrouwen en kinderen die helemaal niet meer teruggevonden zijn na de val van IS. “Zij zijn of omgekomen of worden nog steeds gevangen gehouden door IS-gezinnen in bepaalde delen van Syrië”, vermoedt Stoter Boscolo. “Er wordt gedacht dat er nog een flink aantal jezidi’s in het Al-Hol kamp zit. Daar zitten ook de buitenlandse IS-vrouwen en zij houden de jezidi’s nog gevangen.”

Kabinet in beroep tegen vonnis IS-kinderen

Het kabinet gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de Haagse rechter over het terughalen van IS-kinderen. De ministers Grapperhaus en Blok schrijven dat aan de Tweede Kamer.

De kortgedingrechter bepaalde gisteren dat Nederland zich moet inspannen om 56 kinderen van Nederlandse IS-leden zo snel mogelijk op te halen uit detentiekampen in Syrië. Hun moeders hebben geen recht op repatriëring. Maar als de autoriteiten ter plaatse de kinderen louter samen met hun moeders laten gaan, moet Nederland ook de moeders terughalen.

Internationale betrekkingen

Grapperhaus en Blok schrijven dat de uitspraak vragen oproept “over een aantal aspecten, dat mogelijk onvoldoende is meegewogen, waaronder de internationale betrekkingen”. Door in beroep te gaan wil het kabinet hier zo spoedig mogelijk duidelijkheid over.

Overigens kondigen de bewindslieden ook aan dat het kabinet zal beginnen met het nakomen van de inspanningsverplichting die de rechter heeft opgelegd. De rechter bepaalde dat het vonnis direct moet worden uitgevoerd.

Volgens advocaat Seebregts, die de IS-vrouwen bijstaat, verandert het hoger beroep dus niets aan de uitspraak van de rechter. “We zullen de vinger aan de pols houden”, zegt hij.

Verdeeld

Het kabinet heeft zich tot nu toe steeds op het standpunt gesteld dat uitreizigers in principe geen hulp krijgen bij hun terugkeer als ze niet zelf een ambassade in Turkije of Irak weten te bereiken. De regeringspartijen zijn verdeeld over de kwestie. VVD en CDA benadrukken vooral dat door de rechterlijke uitspraak mogelijk IS’ers naar Nederland komen, met alle risico’s van dien. D66 en ChristenUnie vinden het juist een risico om kinderen van IS’ers in Syrië te laten radicaliseren.

Slachtoffers van IS in de Jezidi-gemeenschap zijn bezorgd over de mogelijke terugkeer van IS-vrouwen naar Nederland. “Zij hielpen strijders bij het verkrachten van onze vrouwen”:

Share.