De Turkse president Recep Tayyip Erdogan wil dat Duitse parlementsleden van Turkse origine bloedtesten ondergaan, omdat ze volgens hem geen echte Turken zouden zijn. Dat heeft hij gisterenvond verklaard in Istanboel, naar aanleiding van de Duitse erkenning van de Armeense genocide.
Het Duitse parlement aanvaardde vorige donderdag nagenoeg unaniem de resolutie voor de erkenning van het bloedblad op de Armeense christelijke minderheid in 1915 in het Ottomaanse rijk als volkerenmoord. Turkije, de wettelijke opvolger van dat Ottomaanse rijk, wijst dat categoriek van de hand en kondigde al voor de stemming aan dat een goedkeuring van Duitsland de relatie tussen beide landen zou schaden.
Met zijn uithaal van gisterenavond verscherpt Erdogan verder zijn toon tegen de Turks-Duitse volksvertegenwoordigers, die zaterdag al felle kritiek van de Turkse leider moesten slikken. Zo beschuldigde hij hen ervan de Koerdische Arbeiderspartij PKK te steunen. “Zij zijn de uitbreiding in Duitsland van de separatistische terreurorganisatie in dit land,” klonk het.
Ondertussen riep Turkije ook al zijn ambassadeur uit Berlijn terug en haalde Erdogan zaterdag eveneens hard uit naar bondskanselier Angela Merkel, omdat zij er niet in geslaagd is om de stemming in het Duits parlement tegen te houden.
De uitlatingen van Erdogan zorgen voor verontwaardigde reacties bij verschillend Turks-Duitse parlementsleden. Zo verklaarde Cem Özdemir, voorzitter van Die Grüne en een van de initiatiefnemers van de resolutie van donderdag, Erdogan een “betweter” te vinden.
