Deze week heeft het Europees Parlement in Straatsburg de nieuwe regels voor de invoer en verdeling van aardgas in de EU goedgekeurd. De belangrijkste zorg voor de EU is het indijken van de machtspositie van Rusland. Door de beslissing krijgen de Europese lidstaten minder zeggenschap over van welke leverancier ze aardgas willen kopen.

Concreet worden de lidstaten tot “energiesolidariteit” gedwongen. Dat wil zeggen dat nationale overheden bepaalde strategische reserves moeten aanhouden om buurlanden bij te staan in geval van energie-schaarste.

Dat is natuurlijk vooral bedoeld om de Oost-Europese landen ter wille te zijn. Die zijn bijzonder afhankelijk van Russisch gas. Nu worden de Westerse buurlanden van bijvoorbeeld Polen gedwongen om meer gas aan te kopen dan ze eigenlijk kopen voor het geval dat Polen haar hand zou overspelen in onderhandelingen met Gazprom.

Dat betekent dus dat de Duitse energieconsumenten moeten opdraaien voor het geopolitiek en diplomatiek onverantwoord gedrag van de russofoben in Oost-Europa. Een gevaarlijke evolutie dus.

Bovendien moeten private energie- en distributiebedrijven “meer transparantie” aan de dag leggen bij het afsluiten van contracten met buitenlandse producenten en energieregulatoren moeten overtuigen in welke mate die deal belangrijk is voor de energieveiligheid van een land.

Concreet: wie als Belgische of Nederlandse energieleverancier een contract wil aangaan met Gazprom zal dus aardig zijn best moeten doen om de energieregulator ervan overtuigen dat dit contract te goeder trouw is en in het belang van de vaderlandse energieveiligheid, wat dat ook moge betekenen. Het stinkt naar een geopolitieke pestmaatregel.

Het is bovendien niet ondenkbaar dat dit een invloed op de energieprijzen zal hebben.

Bron

Share.