De eurocrisis is volop terug van nooit weggeweest. Daar lijkt het alvast op te lijken nu de angst over de toekomst van de euro terug de bovenhand neemt op de vluchtelingencrisis. Sinds afgelopen zomer werd de eurocrisis overschaduwd door de vluchtelingenproblematiek. Nu deze binnen Europa onder controle lijkt te komen (Griekenland uitgezonderd) komt de ware economische situatie terug naar boven.
Er duiken meer en meer geruchten op in de wandelgangen van een nakende storm. Voornamelijk in Duitsland gaan er meer en meer radicale stemmen op om uit de euro te stappen waardoor ook de voorstanders van de euro worden gedwongen om een hardere lijn in te nemen. Voor bondskanselier Merkel breken er nog enkele harde tijden in om de Duitse bevolking te overtuigen van het voortbestaan van de euro.
In het bijzonder zijn de lage intrestvoeten verantwoordelijk voor het Duitse ongenoegen bij de gewone man. Hierdoor zien velen het geld op de bank verminderen of ziet men de beloofde pensioeninkomsten smelten als sneeuw voor de zon.
Daarbij blijft de kritiek in Noord-Europa aanzwellen dat de ECB te weinig druk zet op de Zuiderse landen om hun economie te hervormen. Zowel de competitiviteit als de enorme schuldenberg in Zuid-Europa zijn ronduit zorgwekkend te noemen waarbij de kans op een hervorming steeds kleiner wordt. Deze hervormingen zouden enkele jaren geleden moeten plaats gevonden hebben waarbij er financiële ondersteuning kwam van onder andere de ECB. In tegenstelling tot het hervormen bleven de discussies gaande, liepen de schulden op en zijn de hulpmiddelen van de ECB niet meer doorslaggevend.
In diverse landen in het Zuiden is de tijdelijke begrotingsdiscipline, welke nog lang niet vergelijkbaar is met de landen in het Noorden, reeds tot een einde gekomen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de stijgende minimumlonen in Portugal.
Het grootste probleem zit echter zoals de voorbije zomer in Griekenland. Waar dit land economisch gezien reeds lang uit de euro moest gezet zijn (en er zelfs nooit mocht deel van uitgemaakt hebben) wordt dit nu rechtgehouden door Europees en voornamelijk Duits geld.
Er is amper sprake van verbetering in Griekenland en de schulden worden nu al niet terugbetaald. De economie krimpt er jaar na jaar, net als de competitiviteit. Als bijkomende ramp is er de vluchtelingencrisis die in Griekenland enorme proporties heeft aangenomen. Deze vluchtelingen kunnen sinds enige tijd niet meer doorstromen naar het Noorden waardoor deze allemaal in Griekenland blijven zitten.
Het ziet er naar uit dat de Duitse macht binnen de ECB niet voldoende is om een harde lijn door te drukken qua stabiliteit en begrotingsdiscipline. Indien deze situatie verder escaleert zal een uiteenspatten van de eurozone onvermijdelijk zijn. Politieke eensgezindheid is iets wat de komende jaren binnen Europa enkel moeilijker zal liggen waardoor deze geen steun zal verlenen aan de Europese muntunie.
Hierdoor zal de zaak escaleren waarbij ofwel de zwakke leden zullen gelost worden ofwel het risico waarbij de sterkste leden vertrekken. De kans dat landen als Nederland, Luxemburg of Oostenrijk willen achterblijven indien sterkhouder Duitsland voor een vertrek kiest is nagenoeg nihil. België daarentegen blijft zoals steeds een twijfelgeval. Indien de politieke crisis in Griekenland opnieuw een hoogtepunt zal bereiken, eventueel aangevuld met problemen in Frankrijk of Italië, dan zal dit alles een stuk sneller gebeuren dan men vreest. De kans dat de wereldeconomie hier zonder schade zal uitkomen is behoorlijk twijfelachtig. Enige voorzichtigheid aan de dag leggen is dan ook niet misplaatst.
Bronnen: