COVID-19 heeft ervoor gezorgd dat de presidentsrace in de VS radicaal anders verliep. Voorheen belangrijke thema’s raakten op de achtergrond en ineens ging het om wie het land door de coronacrisis kan loodsen. NU.nl blikt terug op de campagnes van Donald Trump en Joe Biden.
Wie in Amerika de afgelopen vier jaar de kranten opensloeg, had soms het idee dat het constant verkiezingstijd was. Vanuit het Democratische kamp werd vrijwel dagelijks het vuur geopend op president Donald Trump. En Trump zelf? Voor hem hield de campagne van 2016 eigenlijk nooit op.
Begin 2020 krijgt de presidentiële campagne bij zowel Democraten als Republikeinen al enige vorm. Trump herinnert kiezers aan de beloftes die hij volgens hem is nagekomen, zoals zijn benoeming van honderden nieuwe conservatieve rechters, de terugtrekking uit internationale verdragen en de uitstekende staat van de Amerikaanse economie.
Democraten hebben het vooral over hun vaste dossier, de zorg, en hun kritiek op de handel en wandel van de regering-Trump. Het afzettingsproces tegen de president is net mislukt dankzij de Republikeinse meerderheid in de Senaat, maar dat betekent niet dat er geen zaak meer te maken is richting de kiezer.
Leiderschap belangrijk thema
Er wordt tijdens alle verkiezingen rekening gehouden met onverwachte gebeurtenissen, maar een pandemie die in de VS tot honderdduizenden doden heeft geleid en de economie tot stilstand heeft gebracht, had niemand zien aankomen. Dat geldt ook voor de massale protestgolf tegen politiegeweld en systemisch racisme na de dood van George Floyd in Minneapolis.
Belangrijke onderwerpen als migratie en klimaat verdwijnen als sneeuw voor de zon naar de achtergrond en daarvoor in de plaats komt een campagne die gaat over leiderschap. De Amerikanen willen weten welke van de twee kandidaten hen uit de onzekerheid kan helpen, de gezondheidszorg kan verbeteren, hen weer aan een baan kan helpen en het voortouw kan nemen bij eventuele politiehervormingen.
Waar Trump het coronavirus bagatelliseert, benadrukt Biden de ernst van de crisis. Het contrast tussen de twee komt ook terug in de campagne: de president blijft grote aantallen massale rally’s organiseren, terwijl Biden zijn optredens terugschroeft en de door medische experts aangeraden maatregelen volgt.
Biden en Trump strijden om swingstaten
Bij veel staten staat van tevoren wel vast of ze naar de Democraten of Republikeinen zullen gaan, maar in een aantal ‘battlegrounds‘ zal het erom spannen. En dus halen de campagneteams van Trump en Biden daar – naar goed Amerikaans gebruik – alles uit de kast.
Trump staat in de peilingen al maanden op achterstand in belangrijke swingstaten als Pennsylvania, Michigan en Wisconsin, die hem in 2016 nog de winst bezorgden. Maar de marges zijn daar vaak zo klein, dat Biden ook niet gerust is op de winst.
Neem Pennsylvania, volgens analisten waarschijnlijk de meest cruciale swingstaat. Trump gaf er maar liefst negen speeches in oktober, Biden vijf.

Ondermijnen legitimiteit
Op de achtergrond speelt tijdens de afgelopen campagne ook van alles. Door het coronavirus stemmen bijvoorbeeld meer mensen dan ooit per post. Ondanks de pandemie lijkt een recordopkomst in zicht.
Trump verkondigt dat eerlijke verkiezingen door deze mail-in ballots zo goed als uitgesloten zijn. Onderzoek maakt gehakt van die stelling (verkiezingsfraude is in de VS ontzettend zeldzaam), maar de Republikeinen zetten toch in op een opvallende strategie: het ondermijnen van de legitimiteit van de verkiezingen.
De president zet de verhoudingen op scherp door te stellen dat hij alleen kan verliezen als zijn tegenstanders zich schuldig maken aan grootschalige fraude.
Staten maken stemmen ingewikkeld
De pandemie zorgt ook voor electorale uitdagingen. Elke staat hanteert andere regels. In bepaalde staten mag iedereen per post stemmen vanwege het coronavirus (New Hampshire, New York), terwijl in andere staten er ook nog een extra achterliggende reden moet zijn (Texas, Indiana). In bijvoorbeeld Washington en Californië krijgt iedereen standaard een biljet om per post te stemmen, terwijl in Alaska en Arizona men er eerst een verzoek voor moet indienen.
Zoals Trump in maart duidelijk maakt tegen Fox News: als we het stemmen makkelijker maken, maken de Republikeinen geen kans meer op het presidentschap. Zijn partij probeert de opkomst dan ook te drukken, onder meer langs juridische weg. Momenteel lopen ruim tweehonderd rechtszaken omtrent de Amerikaanse verkiezingen.
Moddergooien
Niet alles was anders dan in voorgaande jaren: er werd weer aardig wat modder gegooid.
Het eerste verkiezingsdebat tussen Trump en Biden is een chaotisch en vijandig spektakel. De president onderbreekt zijn rivaal constant. Op zijn beurt verliest Biden zijn geduld en maant hij Trump zijn “kop te houden”. De kiezer blijft beduusd achter. Het tweede en laatste debat tussen de kandidaten verloopt een stuk kalmer.
De Trump-campagne spiegelt de natie tijdens de zomer een apocalyptisch beeld voor: de BLM-protesten zouden een volksopstand van linkse agitatoren zijn. Naarmate de protesten in hevigheid afnemen en de herfst zich aandient, eist het coronavirus echter weer beslissend de hoofdrol op.
De Republikeinen proberen in de laatste weken van de campagne een corruptieschandaal aan te slingeren rond de zoon van Biden, maar door het ontbreken van betrouwbaar bewijs krijgt dat geen tractie.
De Democraten voeren een reactieve en aanmerkelijk positievere campagne. Biden richt zich vooral op de coronacrisis en belooft als president het land te zullen verenigen. De kerngedachte in het Democratische kamp: uit peilingen blijkt telkens dat de meeste Amerikanen de crisisaanpak van de regering-Trump afkeuren, zowel ten aanzien van het virus als de BLM-protesten.
Vriend en vijand zijn het erover eens dat de race om het Witte Huis dit keer niet echt draait om een krachtmeting tussen twee kandidaten: het is een referendum over de eerste termijn van de controversieelste president in tijden.
