Drie deskundigen op het gebied van staatsrecht hebben woensdag verklaard dat de Amerikaanse president Donald Trump zich schuldig heeft gemaakt aan vergrijpen die een afzettingsprocedure rechtvaardigen. Dat zeiden de academici in kwestie tijdens een hoorzitting van het justitiecomité van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Een vierde getuige stelde echter dat er niet genoeg bewijs tegen Trump is.
Het justitiecomité hoorde de vier getuigen als deel van een nieuwe fase in het afzettingsonderzoek naar Trump. Het was de eerste hoorzitting van het comité dat is belast met het opstellen van aanklachten aan het adres van de president. Als die zogeheten articles of impeachment er komen en ze worden aangenomen door een meerderheid van het voltallige Huis, dan zullen ze dienen als de aanklachten tijdens een rechtszaak tegen Trump in de Senaat.
Hoogleraren Noah Feldman van de Harvard-universiteit, Pamela Karlan van de Stanford-universiteit en Michael Gerhardt van de universiteit van North Carolina waren uitgenodigd door de Democraten. Jonathan Turley van de George Washington-universiteit in Washington D.C. kwam op uitnodiging van de Republikeinen.
Het justitiecomité had president Trump en zijn advocaten uitgenodigd deel te nemen. Die uitnodiging werd afgeslagen, omdat het Witte Huis de procedure als oneerlijk beschouwt.
Hoogleraar Noah Feldman van de Harvard-universiteit zei dat Trump zich overduidelijk schuldig heeft gemaakt aan misbruik van zijn ambt. (Foto: Reuters)
‘Fundamentele kwestie voor Amerikaanse volk’
Hoogleraar Feldman gaf een definitie van de high crimes and misdemeanors (hoge misdrijven en overtredingen, red.) die volgens de opstellers van de Amerikaanse grondwet moeten dienen als aanleiding voor een afzettingsprocedure. Feldman stelde dat die benaming vaak wordt gezien als onduidelijk, maar dat niet is. Het heeft betrekking op “misbruik van het ambt van de president voor persoonlijk gewin of om het kiesproces te corrumperen of de nationale veiligheid van de Verenigde Staten in het geding te brengen”, zei hij.
“Dat is een fundamentele kwestie voor het Amerikaanse volk. Want als we een president die zijn ambt misbruikt voor persoonlijk gewin niet kunnen vervolgen, leven we niet langer in een democratie. We leven dan in een monarchie of in een dictatuur. Dat is waarom de schrijvers van de grondwet de mogelijkheid tot aanklagen hebben geschapen.”
Het afzettingsonderzoek draait om de vraag of Trump zijn positie misbruikte om de Oekraïense regering te dwingen om onderzoeken naar zijn Democratische rivaal Joe Biden en diens partij aan te kondigen. Het inlichtingencomité van het Huis, dat in de afgelopen twee maanden hoorzittingen hield, kwam maandag met een rapport waarin het concludeert dat dit het geval was.
Afzettingsprocedure tegen Donald Trump
Inlichtingencomité Huis van Afgevaardigden heeft hoofdmoot onderzoek afgerond
Justitiecomité buigt zich over opstellen aanklachten (articles of impeachment)
Aanklachten moeten worden goedgekeurd door meerderheid Huis: ‘impeachment’ (staat van beschuldiging) is dan een feit
Articles of impeachment dienen als basis voor (politieke) rechtszaak in Senaat
Bij veroordeling wordt president afgezet
Veroordeling geldt als onwaarschijnlijk door Republikeinse meerderheid in Senaat
Belemmering van de rechtsgang
Naast een aanklacht wegens machtsmisbruik, waren drie van de getuigen het met elkaar eens dat Trump ook kan worden aangeklaagd wegens belemmering van het Congres en de rechtsgang. Hij weigert medewerking aan het onderzoek .Een president die dat doet, stelt zichzelf boven de wet”, zei Feldman. “Dat is de kern van een afzettingswaardige overtreding, want als een president daar niet voor kan worden aangeklaagd, is hij feitelijk niemand verantwoording schuldig.”
Gerhardt noemde de vergrijpen van Trump ernstiger van die van Richard Nixon, die in 1974 aftrad, terwijl er een afzettingsprocedure tegen hem werd voorbereid. “Als waar het hier over hebben niet afzettingswaardig is, dan is niks dat”, zei hij.
De hoogleraar uit North Carolina vertelde dat Nixon onder meer zou worden aangeklaagd wegens belemmering, omdat hij weigerde vier dagvaardingen van het Congres te gehoorzamen. “Hier hebben we het over veel meer dan vier, die deze president niet heeft opgevolgd, en hij heeft de uitvoerende macht ook bevel gegeven niet met het Congres mee te werken.”
Een deel van het 41 leden tellende justitiecomité van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden.
‘Niet genoeg bewijs om afzetting te rechtvaardigen’
Niet alle vier deskundigen vinden dat er genoeg aanleiding is om Trump aan te klagen. Turley liet in zijn openingsverklaring weten dat hij geen aanhanger van de president is en niet op hem heeft gestemd, maar vindt dat er niet genoeg bewijs is verzameld. Turley zei zich zorgen te maken over het verlagen van de eisen voor afzetting om aan te sluiten bij “een gebrek aan bewijs en een overvloed aan woede”.
Turley sprak zich uit tegen de “haast” waarmee de Democraten de afzettingsprocedure willen afronden en de rechtszaak in de Senaat willen voeren. Dat laat niet genoeg tijd om belangrijke getuigen te horen, die vooralsnog hebben geweigerd te verschijnen, zei hij. Zolang het conflict tussen het Witte Huis en het Congres over medewerking aan het onderzoek niet voor de rechter wordt beslecht, kan volgens Turley bijvoorbeeld niet worden gesteld dat er sprake is van belemmering van de afzettingsprocedure.
De hoogleraar uit Washington D.C. vindt dat de Democraten omkoping te breed interpreteren wanneer ze Trumps handelingen met dat woord beschrijven. “Dit is geen improvisatie-jazz, ‘in de buurt’ is niet goed genoeg”, zei hij. “Als je een president van omkoping beschuldigt, moet je dat hard kunnen maken, want je probeert een rechtmatig verkozen president van de VS af te zetten.”
Partijstrijd is feller in justitiecomité
De hoorzitting op woensdag verliep, zoals we inmiddels gewend zijn, voornamelijk langs de partijlijnen. Het justitiecomité bevat enkele van de ideologisch meest uitgesproken progressieve en conservatieve leden van beide partijen. Daarnaast laten de regels van het comité meer ruimte voor de minderheid om bezwaren op procedurele gronden in te dienen dan het geval is in het inlichtingencomité.
De zeventien Republikeinse afgevaardigden in het justitiecomité maakten met regelmaat zulke bezwaren, die moesten worden afgehandeld met hoofdelijke stemmingen. Vanwege de Democratische meerderheid (24 afgevaardigden) in het comité hadden die weinig kans van slagen, maar ze haalden wel de vaart uit de zitting.