Het duurde lang voordat het besef dat het echt goed fout zat bij de fraudejacht rond de kinderopvangtoeslag was doorgedrongen bij de Belastingdienst.
“De oplossing heeft lang op zich laten wachten. Het besef dat het moet van de wet zat overal heel diep verankerd”, zei voormalig Belastingdienst-baas Jaap Uijlenbroek vrijdag tijdens het verhoor over de toeslagaffaire.
Uijlenbroek had het over “een ramp in slowmotion” voor de gedupeerde ouders. “Het gaat maar door en het gaat maar door. Zelfs tot op de dag van vandaag.”
Ook nu weet men nog niet hoe groot het probleem van het stopzetten van toeslagen precies is. “Ik vind het verschrikkelijk om te moeten zeggen.”
In 2018 werd er binnen de Belastingdienst gewerkt aan een plan om de kinderopvangtoeslag minder streng terug te vorderen. Het was tot voor kort zo dat ouders al hun ontvangen kinderopvangtoeslag terug moesten betalen als zij een fout maakten. Deze alles-of-nietsbenadering richtte bij ouders veel (financiële) schade aan.
“Ik had toen niet het besef dat het ontbreken van deze proportionaliteit deze grote consequenties had”, zei Uijlenbroek. “Tegelijkertijd was er een soort acceptatie en berusting bij de Belastingdienst.”
‘Schokkend dat beleid is uitgevoerd waarvan iedereen buikpijn kreeg’
Het was voor Uijlenbroek toen hij in 2017 aantrad bij de fiscus nog lang niet duidelijk wat de omvang van het probleem was, terwijl toen waarschijnlijk al duizenden ouders diep in de financiële problemen zaten door het terugvorderbeleid.
Nu heeft de fiscus 9.000 ouders in beeld die te hard zijn aangepakt, maar er is ook een vermoeden dat het er zelfs 26.000 zijn.
Commissielid Roy van Aalst (PVV) kon er met zijn pet niet bij. “Ik vind het schokkend dat er beleid is uitgevoerd waarvan iedereen buikpijn heeft. Maar we staan zo ver van de maatschappij, dat we niet in de gaten hebben wat we hebben aangericht.”
Uijlenbroek kon hier alleen maar mee instemmen. “Er was blijkbaar de acceptatie dat het dan zo maar moest.”

Kantelpunt kwam halverwege 2019
Pas halverwege vorig jaar werd het voor Uijlenbroek duidelijk. “Het was 4 juni 2019. Ik herinner mij die dag nog heel goed”, zei hij.
Tijdens een vergadering over het onderzoek naar de teams binnen de fiscus die fraude opsporen – de zogenoemde CAF-zaken – concludeerde een Belastingdienst op een gegeven moment dat het stopzetten van de toeslagen niet is uit te leggen.
“Toen zei ik: als dat waar is, dan hebben die ouders gelijk”, blikte Uijlenbroek terug. Dat was het “omslagmoment” waarbij het besef doordrong “dat de wereld is wat ze is”. Ook bij toenmalig staatssecretaris van Financiën Menno Snel viel toen het kwartje.
“We zijn in crisis”, zei Uijlenbroek toen. “We gaan als de wiedeweerga alle informatie boven tafel halen.”
Achterblijven stukken ‘een ongeluk’
De oud-directeur verzette zich nog fel tegen het beeld dat de Belastingdienst bewust stukken heeft achtergehouden – een claim die voortdurend terugkomt in het toeslagendossier. Het gebeurde regelmatig dat documenten pas na lang doorvragen naar de Kamer werden gestuurd of alleen via Wob-verzoeken openbaar werden.
Zo werd een memo uit 2017 pas op 20 oktober gepubliceerd door de Belastingdienst. Daarin werd het beleid van de fiscus toen al heel kritisch besproken.
Volgens Uijlenbroek is er sprake van een ongeluk in plaats van bewust achterhouden. “We hebben op een gegeven moment 35 miljoen documenten doorzocht op alle relevante informatie.”
Nog steeds verloopt de operatie niet vlekkeloos. Zo duurt bijvoorbeeld de compensatie voor gedupeerden te lang. “Het gaat nog niet soepel. Laat ik het daarbij laten”, aldus Uijlenbroek.