Het Openbaar Ministerie (OM) concludeert op basis van vijf rapporten dat niemand strafrechtelijk wordt vervolgd voor het mortierongeluk op 6 juli 2016 in Mali waarbij twee Nederlandse militairen om het leven kwamen. “De oorzaak van het vroegtijdig ontploffen van de mortiergranaat is niet onomstotelijk vast komen te staan”, zo meldt het OM maandag na berichtgeving.
Bij het mortierongeluk op 6 juli 2016 in Mali kwamen de Nederlandse militairen Henry Hoving (29) en Kevin Roggeveld (24) om het leven. De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeerde in 2017 al dat de veiligheid van de granaten en de medische gezondheidszorg niet op orde was.
Volgens de raad had de granaat waardoor de militairen om het leven kwamen zwakke plekken in het ontwerp. Maar volgens het OM is de precieze oorzaak niet vast te stellen. Daardoor kan dus ook niemand direct verantwoordelijk worden gehouden.
“Daar komt nog bij dat zeer veel personen en organisatieonderdelen zich over langere tijd hebben beziggehouden met de aanschaf, de controle, de opslag, het vervoer en het gebruik van de mortiergranaten”, zo legt het OM uit. Hierdoor zou het niet mogelijk zijn om een eindverantwoordelijke aan te wijzen.
Advocaat Michael Ruperti, die de nabestaanden bijstaat, zegt tegen de krant de beslissing van het OM onbegrijpelijk te vinden. Volgens hem zijn er nog genoeg aanknopingspunten voor verder onderzoek.
De nabestaanden stappen nu zelf naar de rechter in een poging vervolging af te dwingen. De moeder van Hoving, Greetje Groenbroek, zegt tegen het AD: “Ik kan hier geen vrede mee hebben en geef niet op. Ons leven staat al 4,5 jaar op zijn kop. Elke keer worden wij geconfronteerd met die lege stoel. Als ik mijn kleindochter zie, denk ik vaak: zij zal Henry nooit leren kennen. Dat blijft heel confronterend. Daar hebben ze bij Defensie geen last van.”