De regering Obama bevindt zich in een ongemakkelijke situatie. Het Witte Huis steunt al geruime tijd jihadistische groepen in Syrië, die nu veel onrust veroorzaken in de regio. Dat zegt journalist Joe Lauria uit New York.
Voorafgaand aan de vredesbesprekingen in Genève moet Washington het kaf van het koren scheiden en bepalen wie de Syrische terroristen zijn die moeten worden uitgesloten van de onderhandelingen, aldus Lauria.
Na IS en het Al-Nusra Front te hebben uitgesloten van de onderhandelingen, moet de regering Obama volgens hem beslissen over het lot van de vele andere oppositiegroepen, waarvan sommige nauw samenwerken met het Al-Nusra Front en andere jihadisten.
Onverantwoordelijk
Om de zaken nog ingewikkelder te maken, worden veel groepen gesteund door Washington. Lauria verwijst naar de toespraak van Vladimir Poetin in september vorig jaar tijdens de Algemene Vergadering van de VN: de Russische president benadrukte dat het onverantwoordelijk is om extremistische groepen te manipuleren en ze te gebruiken om je politieke doelen te bereiken.
Hij noemt ook voormalig DIA-chef generaal Michael Flynn die tijdens een interview met Al Jazeera zei dat de regering Obama in 2012 bewust heeft besloten om in Syrië samen te werken met salafisten, Al Qaida en de Moslimbroederschap.
Tegenstrijdigheden
Het is dan ook niet verrassend dat Washington niet bereid is een coalitie te vormen met Rusland, een land dat in Syrië tegen IS en Al Qaida strijdt. Daarnaast heeft de regering Obama meerdere pogingen gedaan om Rusland te beschuldigen van het aanvallen van zogeheten ‘gematigde rebellen’ in Syrië.
Washington waarschuwde dat Poetin probeerde het Sovjetrijk weer op te bouwen en het Midden-Oosten over te nemen van Amerika. De vraag is nu hoe we deze gordiaanse knoop van politieke en sektarische tegenstrijdigheden in het Midden-Oosten kunnen ontrafelen, aldus Lauria. Wellicht bieden de vredesbesprekingen uitkomst.
[Sputniknews via Consortiumnews]