Een team astronomen onder leiding van Nobelprijswinnaar Adam Riess heeft met gegevens van ruimtetelescoop Hubble ontdekt dat de uitdijing van het heelal veel sneller verloopt dan gedacht. Dat heeft de NASA bekendgemaakt. De ontdekking roept vragen op over de juistheid van de relativiteitstheorie van Albert Einstein.

Met behulp van de Hubble hebben de wetenschappers afstanden tussen sterren in 19 nabije en verre sterrenstelsels nauwkeuriger dan ooit gemeten. Ze kwamen tot de conclusie dat het universum bijna 10 procent sneller uitdijt dan het aanvankelijk berekende tempo.

Onbekende deeltjes

Dit kan tot belangrijke nieuwe inzichten leiden over wat het nu precies is dat het universum voor 95 procent vult en geen licht of straling uitzendt. Een mogelijkheid voor de afwijking is dat het heelal onbekende subatomaire deeltjes bevat, die lijken op neutrino’s en die de lichtsnelheid van 300.000 kilometer per seconde naderen.

Een ander idee is dat donkere energie, een in 1998 ontdekte maar nog altijd mysterieuze vorm van energie, sterrenstelsels met grote kracht uit elkaar trekt. De hoge acceleratie kan ook betekenen dat de donkere materie een aantal onbekende, vreemde kenmerken heeft.

Mogelijk deels onjuist

“Je begint bij de twee uiteinden en verwacht elkaar ergens in het midden tegen te komen als al je metingen kloppen,” zei Riess, die verbonden is aan het Space Telescope Science Institute in Baltimore. “Maar nu liggen beide bevindingen heel ver uit elkaar en we weten niet precies waarom.”

De ontdekking betekent ook dat de algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein – die gebruikt wordt om te berekenen hoe de fundamentele bouwstenen van de materie op elkaar inwerken – mogelijk deels onjuist is.

Het onderzoek zal worden gepubliceerd in het vakblad The Astrophysical Journal.

[Telegraph]

Share.