Slachtoffers van seksuele uitbuiting raken steeds meer buiten beeld, blijkt uit de Slachtoffermonitor mensenhandel 2014-2018 die vrijdag is gepubliceerd. Daarnaast is nog niet duidelijk hoe effectief nieuwe beleidsplannen zijn.
Naar schatting zijn jaarlijks drieduizend Nederlanders slachtoffers van seksuele uitbuiting, van wie dertienhonderd minderjarig zijn. In 2018 kwamen echter slechts 132 meldingen binnen, waarvan 29 over minderjarigen. Van de minderjarige slachtoffers is dus slechts 2 tot 3 procent in beeld bij instanties.
Het aantal geregistreerde slachtoffers van mensenhandel is bijna gehalveerd in de laatste jaren, meldt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld Tegen Kinderen. In 2014 ontving het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) nog 1.255 meldingen; in 2018 waren dit er 668.
Volgens de Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld Tegen Kinderen komt dit niet door een sterke daling van slachtoffers, maar doordat bijvoorbeeld hulpverleningsinstanties minder meldingen maken. Van 2014 tot 2017 ontving het CoMensha per jaar gemiddeld 550 meldingen van dit soort hulpinstanties, in 2018 waren dit er nog maar 150.
Hulpverleningsinstanties maken minder meldingen omdat zij vanwege privacywetgeving expliciete toestemming van slachtoffers nodig hebben om gegevens te delen. Volgens de Nationaal Rapporteur moet het meldingssysteem daarom worden aangepast.