Toen half januari de eerste mensen in China overleden door het coronavirus, leek dat vanuit Nederland nog ver weg. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) leek de kans klein dat het virus Nederland binnen zou komen. Inmiddels hebben we te maken met een wereldwijde crisis. Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, legt uit hoe het zo kon misgaan en hoe nu verder.
Eind januari meldde het RIVM dat de kans klein was dat het coronavirus naar Nederland zou komen en dat de ziekte niet makkelijk van mens op mens overdraagbaar leek. Bijna twee maanden later bevinden we ons in een crisissituatie.
“Ja, het kan verkeren. In het begin waren we volledig afhankelijk van de informatie van China. De situatie daar kantelde ook steeds, dat is nou eenmaal zo. Op dat moment meende China ook dat de kans dat het zich daar intern zou verspreiden heel klein was.”
“De WHO (wereldgezondheidsorganisatie, red.) hebben beoordelingen gegeven voor scenario’s die op dat moment het meest waarschijnlijk waren: het risico op verspreiding leek klein. Het is niet zo dat wij in Nederland een heel andere positie innamen dan andere Europese landen, zoals Duitsland en Frankrijk. Dit was een standpunt van de WHO.”
Heeft het RIVM nu voldoende kennis?
“We hebben nu zeker meer kennis over het virus. Maar het is heel belangrijk om die kennis niet alleen te horen van elders. Eerder was dat vooral vanuit China en dat geeft de informatie altijd in de Chinese setting weer.”
“Het gaat uiteindelijk om de details en die kunnen van land tot land verschillen. Het is dus ook heel belangrijk dat je kennis opdoet terwijl zo’n uitbraak speelt, om na te gaan of er bepaalde omstandigheden zijn die het hier anders maken dan bijvoorbeeld in China, Italië, Frankrijk of Singapore.”
Er was, zeker na de toespraak van premier Rutte, ook veel te doen om groepsimmuniteit. Hoe belangrijk is groepsimmuniteit in de bestrijding van het virus?
“Het beschermen van kwetsbaren en aan de personen die het nodig hebben zorg kunnen geven zijn onze twee doelen. Een bijeffect is dat er opbouw van immuniteit is bij personen die het virus hebben overwonnen. Er wordt gezegd dat daar onzekerheid over is, maar we weten van elke virusinfectie dat er immuniteit opbouwt. Immers, anders kan iemand die infectie niet wegwerken.”
“Het feit dat er mensen genezen, betekent dat immuniteit een realiteit is. Dit is inmiddels ook dierexperimenteel bevestigd. De vraag is wel: hoe lang blijven mensen immuun? Bij infectie door een virus is dat over het algemeen jarenlang.”
“De groep die immuun is zal nooit zo groot worden in de huidige aanpak dat we alle maatregelen kunnen laten varen. Dat duurt simpelweg te lang. Ik denk dat we dan eerder een vaccin hebben dat ons helpt om de overige mensen ook die immuniteit te geven, maar dan zonder dat ze de ziekte hoeven te doormaken. Maar dat zal best nog wel enige tijd nemen.”
Vaccin coronavirus kan pas in zomer 2021 klaar zijnVaccin coronavirus kan pas in zomer 2021 klaar zijn
Stel dat de maatregelen die tot 6 april gelden nog met drie weken worden verlengd, dan hebben we toch alsnog te weinig immuniteit om alle interventies los te kunnen laten?
“Zeker. Immuniteit helpt ons al wel bij de interventies die we doen, die versterkt het. Maar het virus zal nog maanden bij ons blijven.”
Denkt u dat voor ouderen en kwetsbaren veel langer maatregelen gelden dan voor gezonde, jonge mensen?
“Dat hangt af echt van hoe lang het duurt voordat we een vaccin hebben, waarschijnlijk duurt dat nog wel langer dan een jaar. Een vaccin moet immers geproduceerd worden, op veiligheid getest worden en ga zo maar door.”
“Soms zie je dat een zomerperiode een gunstig effect heeft op luchtweginfecties. Maar het zijn allemaal onzekerheden. Het is een nieuw virus, we zijn er allemaal gevoelig voor. Daar moeten we momenteel mee leven.”
Dat is een niet heel hoopvol verhaal.
“Nou, dit is wat er gebeurt, de realiteit. Het laatste wat we moeten doen is ons hoofd in het zand steken en zeggen dat het niet gebeurt en verder niks doen. We moeten hiermee omgaan als samenleving met z’n allen. We kunnen de uitbraak bedwingen.”
Waarom mondkapjes door de run erop naar de verkeerde mensen gaanWaarom mondkapjes door de run erop naar de verkeerde mensen gaan
Het zijn geen bijzondere weken, maar maanden en misschien zelfs wel een jaar.
“Ik zou het op maanden houden nu. Voor de langere termijn komen er steeds meer onzekerheden. Er wordt gewerkt aan behandelingen, aan een vaccin, dus om nu meteen de schaduw een jaar vooruit te werpen gaat me echt te ver. Er moet weliswaar een heleboel gebeuren, maar de wetenschap staat niet stil, er zullen nieuwe inzichten komen.”
U heeft de laatste weken geregeld naast de minister-president gestaan om nieuwe maatregelen af te kondigen. In zijn toespraak werd u zelfs apart genoemd. Voelt u zich momenteel een beetje de baas van het land?
“Nee, dat is onzin. We zijn als RIVM een regieorganisatie en brengen expertise samen van medische specialisten en wetenschappers vanuit het hele land (in het Outbreak Management Team, red.). Van het centrum dat dit organiseert ben ik nou eenmaal directeur en dat heeft als gevolg dat je spreekbuis bent van die hele groep medisch specialisten en wetenschappers.”
Iemand moet ook de adviezen van het Outbreak Management Team (OMT) overbrengen naar Den Haag. Dan kan je op dit moment even in de frontlinie staan, maar ik geef het OMT advies en de besluiten worden genomen door de politiek.”
Er moet nogal wat druk op u rusten. Hoe houdt u dat vol?
“Het is vooral belangrijk dat je in zo’n situatie goed slaapt. En ja, dat doe ik wel.”
Als u nu moet zeggen hoe Nederland er over zes maanden uitziet, wat is dan uw antwoord?
“Ik hoop uiteraard dat we erin zijn geslaagd de situatie onder controle te houden. Ik hoop ook dat we tegen die tijd een breed toegankelijke behandeling hebben, zodat we degenen kunnen behandelen als daar noodzaak toe is. Daarnaast hoop ik dat we dan snel over een vaccin beschikken, zodat alle maatregelen die we nu nemen niet meer nodig zijn. Maar het blijft nu koffiedik kijken.”