Nu het flink kouder is geworden, belanden heel wat baby’s en kleine kinderen in het ziekenhuis met flink ontstoken luchtwegen. RSV, oftewel het respiratory syncytial virus, is de oorzaak van veel van die problemen. Maar hoe herken je het virus? En loopt jouw kind ook risico?
Bij de meeste gezonde kinderen veroorzaakt RSV dus een fikse verkoudheid die na drie tot zeven dagen overgaat. De symptomen zijn een loopneus, hoesten en soms wat koorts. Zolang het daarbij blijft, hoef je je geen zorgen te maken. Maar een RSV-infectie kan binnen 24 uur plots snel erger worden, en dan trek je beter zo snel mogelijk richting spoed. Als je kind een moeilijke of snelle ademhaling krijgt, of een piepend geluid bij ademhaling, onrustig en snel geïrriteerd is en geen of weinig eetlust heeft, moet je op je hoede zijn.
Risicogroepen
Er zijn een aantal risicogroepen waarbij de RSV-infectie snel erger wordt. Baby’s die jonger zijn dan zes weken bijvoorbeeld, moeten goed in de gaten worden gehouden als hun luchtwegen geïrriteerd raken. Maar daarnaast zijn vooral prematuurtjes een risicogroep. Tot een jaar na hun vroegtijdige geboorte maken ze veel meer kans op complicaties van RSV dan kinderen die voldragen werden. Voor die kinderen bestaan er vaccins die terugbetaald worden en voor tijdelijke immuniteit zorgen.
Voorkomen
Voorkomen is beter dan genezen, luidt de wijsheid. Je kan dus een aantal maatregelen nemen om de besmetting van RSV te voorkomen. RSV wordt overgedragen via druppeltjes in de lucht bij niezen, hoesten of praten. Ook nauw contact met een besmette persoon of besmette oppervlakken kan de ziekte overbrengen.
Een goede handhygiëne is daarbij cruciaal. Was steeds je handen voor je je baby vastneemt, en zorg dat anderen dat ook doen. Hou je kind sowieso uit de buurt van mensen die ziek zijn, en was hun speelgoed regelmatig. Heb je zelf met een verkoudheid te kampen? Draai je dan zeker weg als je moet niezen of hoesten. Gebruik ook uitsluitend papieren zakdoeken en gooi deze meteen in de vuilnisbak.
(Door: Tine Kintaert)
