Het aantal aangiften van kindermisbruik is relatief laag. En zelfs als er wél aangifte wordt gedaan, komen lang niet alle verdachten voor de rechter. Richard Korver, slachtofferadvocaat: ,,Alle alarmbellen horen af te gaan. Kindermisbruik is hét ongemak van onze samenleving.” Lees hier het schrijnende verhaal van de Brabantse Marieke. ,,Wij zijn tweemaal slachtoffer: van de misbruiker én van het systeem.’’
De Brabantse Marieke* doet in januari 2019 aangifte van seksueel misbruik van haar dochtertje Eva (6). Dit voorjaar wordt de verdachte berecht. Die lange wachttijd is niet uniek. Zedenafdelingen zijn overbelast. Marieke: ,,Wij zijn tweemaal slachtoffer: van de misbruiker én van het systeem.”
Januari 2019. Bob is de vriend van Marieke. Tot Mariekes dochtertje Eva in januari vertelt waarom ze de laatste maanden zo stil was. En wat de échte reden is van de blauwe plekken, waarvoor haar moeder met haar naar de huisarts is geweest. ,,Ik heb aan zijn piemel moeten likken, hij heeft me pijn gedaan.’’ Bob ontsteekt in razernij. Hij ontkent en smijt Eva’s speelgoed door heel de woonkamer. Daarna vertrekt hij naar zijn eigen huis, om nooit meer terug te keren. Marieke: ,,In ons eerste gesprek bij de politie zeggen zedenrechercheurs dat het heel lang gaat duren en moeilijk te bewijzen zal zijn. We zijn ontmoedigd en twijfelen. Na een gesprek met een advocaat en Slachtofferhulp doen we toch aangifte. Kort nadat ze het heeft verteld, geeft Eva mij haar zeemeerminknuffel en zegt: ‘Die moet je wassen, want daar heeft hij zijn piemel aan afgeveegd’.”
Er worden veel kinderen seksueel misbruikt. Hóeveel precies weet niemand. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld Tegen Kinderen heeft het over bijna de helft van de meisjes en 1 op de 5 jongens. De Monitor Seksuele Gezondheid 2017 stelt: ,,10 procent van de vrouwen en 3 procent van de mannen gaven aan dat ze jonger dan 16 waren, toen ze gedwongen werden tot seksuele handelingen en/of manuele seks of penetratie tegen de wil.”
Hier horen toch alle alarmbellen af te gaan? Je krijgt zo de indruk dat kinderen niet de bescherming krijgen die zij verdienen
Er zijn een kleine 2 miljoen kinderen onder de 16 jaar in Nederland. Elk jaar zijn er rond de 3500 misbruikmeldingen, voornamelijk via Veilig Thuis. Het aantal aangiften bij de politie ligt jaarlijks rond de 1250 (exclusief sexting en kinderporno). En er werden in 2020 575 verdachten van kindermisbruik berecht.
Slachtofferadvocaat Richard Korver, gespecialiseerd in zedenzaken: ,,Kijk naar het gat tussen deze cijfers. Dan horen toch alle alarmbellen af te gaan? Je krijgt zo de indruk dat kinderen niet de bescherming krijgen die zij verdienen.”
Juli 2019. In de zomer wordt Bob door de politie verhoord. Het is zijn DNA dat op de knuffel van Eva zit. Hij ontkent en mag het bureau weer verlaten. Dan wordt het stil. Het studioverhoor van de kleine Eva heeft inmiddels plaatsgevonden en levert veel op. Marieke: ,,Het zou een uur duren, maar het werd tweeënhalf uur. De politie zei dat het verhoor heel waardevol was. Ik dacht toen: Bob wordt vandaag of morgen van zijn bed gelicht.” Maar er gebeurt niets meer nadat Bob is verhoord. Ondertussen heeft Eva nachtmerries. Er is de angst dat Bob terugkomt om haar knuffels te vernielen. Marieke meldt zich ziek op haar werk en gaat op zoek naar een ander huis, zonder nare herinneringen.
Hoe kan het dat niet veel meer kindermisbruikers in de cel zitten? Dat heeft niets te maken met bizarre complottheorieën over bloeddrinkende, machtige pedofielennetwerken. Maar waarmee dan wel?
Dat ongeveer 85 procent van de misbruikers een bekende is (familie, vrienden, sportclub), is een van de redenen dat veel slachtoffers hun misbruikers niet aangeven. Wat wel bij de politie terechtkomt, is het topje van de ijsberg. 25 procent van dat topje doet na een eerste gesprek alsnog geen aangifte.
Dat ongeveer 85 procent van de kindermisbruikers een bekende is (familie, vrienden, sportclub) is een van de redenen dat veel slachtoffers geen aangifte doen
Lidewijde Van Lier, specialist zeden bij het Landelijk Programma Zeden van de politie: ,,Dat is voor de buitenwereld moeilijk te begrijpen, maar er kunnen veel redenen zijn waarom iemand dat niet wil, bijvoorbeeld als het binnen de familie is of omdat het strafproces ze te zwaar lijkt.” Honderd maal besliste de politie vorig jaar om toch – zonder aangifte – te vervolgen vanwege de ernst van een zaak.
Zedendelicten zijn lastig te bewijzen. Misbruik gebeurt vaak één op één. Een verklaring zonder aanvullend bewijs (filmpjes, fysieke sporen of getuigen) is niet voldoende voor een veroordeling. 36 procent van de zaken die het OM vorig jaar uitrolde, kreeg een sepot. Voornaamste oorzaak: gebrek aan bewijs.
Landelijk zedenofficier Judith van Schoonderwoerd den Bezemer-Wolters benadrukt dat het uitblijven van een strafzaak niet wil zeggen dat kinderen aan hun lot worden overgelaten. ,,Slachtoffers in zedenzaken zijn heel kwetsbaar en kinderen al helemaal. Bij een sepot bieden we het slachtoffer altijd een gesprek aan. We proberen dan uit te leggen dat er veel ruimte zit tussen het leed van het slachtoffer en de juridische bewijsbaarheid die wij nodig hebben om een zaak voor de rechter te brengen en een verdachte veroordeeld te krijgen.”
De straffen die wél worden uitgedeeld, worden vaak als laag ervaren. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld Tegen Kinderen onderzocht in 2016 182 ernstige kindermisbruikzaken: 43 procent van de verdachten kreeg geen gevangenisstraf en 1 op de 5 daders kreeg een vrijheidsstraf van meer dan een jaar.
December 2019. De speltherapie van Eva is teruggeschroefd naar één keer in de twee weken. Ze slaapt beter, al is het dan niet meer met die ene knuffel. Haar moeder heeft alle voorleesboeken met de naam Bob weggegooid, want die naam kan Eva niet verdragen. De politie heeft Marieke laten weten dat haar zaak aan het Openbaar Ministerie is overgedragen. Als Marieke vraagt wat er nu gaat gebeuren, blijft het stil. Marieke: ,,Het moeilijkste vind ik dat ik weet dat Bob in contact is met kleine kinderen in de leeftijd van mijn dochter. Ik mag die mensen niet waarschuwen zolang een rechter Bob niet veroordeeld heeft. Ik zou willen dat iemand ons voor hem gewaarschuwd had.”
Het begint ermee dat kindermisbruik te weinig boven water komt. Hoe kunnen de signalen van deze kinderen worden gemist door familie, vrienden, buren en school? Zoals in het Zeeuwse dorp Waterlandkerkje, waar twee zusjes jarenlang werden gedrogeerd en misbruikt.
Kindermisbruik is hét ongemak van onze samenleving
Slachtofferadvocaat Richard Korver, co-auteur van het boek Dicht bij Huis over misbruik: ,,Dit is het ongemak van de samenleving. Als je een kind naar de basisschool brengt en je realiseert je dat er in die klas waarschijnlijk kinderen zitten die misbruikt worden, is dat heel onaangenaam. Dus je duwt dat weg. Een mens wil geloven in een goede wereld.”
Wat Korver ook nog weleens tegenkomt: ,,Mensen denken dat seksueel misbruik van kinderen alleen in tokkiebuurten voorkomt. Dat is onzin. Het besef dat kindermisbruik overal veel gebeurt, is een onaangename realiteit. ‘Dit kan toch niet waar zijn? Als dit zo was, dan hadden we er toch allang iets aan gedaan?’’’
Mei 2020. Het is bijna anderhalf jaar geleden dat Mariekes dochtertje Eva is misbruikt. Komt er een rechtszaak? Om de paar weken belt Marieke het Openbaar Ministerie. De slachtoffercoördinator van het OM zegt: ,,Ik heb de officier aan zijn vestje getrokken, maar hij heeft geen tijd omdat hij met een aantal grote zaken bezig is.’’ Van januari tot mei hoort Marieke niets. De slachtoffercoördinator is ziek. ,,We kunnen u niet verder helpen.” Eind maart schrijft een wanhopige Marieke de Nationale Ombudsman. Die belt in mei met het OM. ,,Drie dagen na het telefoontje van de Nationale Ombudsman word ik gebeld door het Openbaar Ministerie: Bob wordt vervolgd voor het misbruiken van Eva, er komt een zaak.”
Zedenslachtoffertjes moeten vaak lang wachten op de strafzaak. We vroegen cijfers op bij de politie, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Rechtspraak. Daaruit blijkt dat de politie de streeftijd van zes maanden onderzoek niet haalt. Het Openbaar Ministerie doet gemiddeld negen maanden over de voorbereiding op een rechtszitting, vaak omdat nog aanvullend onderzoek nodig is. De rechtbank heeft daarna gemiddeld nog vier maanden nodig voor ze in de overgebleven zaken een vonnis uitspreekt.
De strafvervolging van een kindermisbruiker duurt dus jaren. Dat is moeilijk voor slachtoffers én zedenrechercheurs, vertelt Lidewijde van Lier: ,,Je moet kiezen welke zaken moeten wachten. Maar het is allemaal erg, het is allemaal leed.” Hoe maak je die onmogelijke keuze? Van Lier: ,,Het principe is: de oudste zaak eerst. Maar er komen elke dag nieuwe zaken binnen. Die leggen we langs een meetlat: gevaar voor het kind, sporen of maatschappelijke onrust. Rechercheurs moeten ouders soms vertellen: ‘Sorry u moet wachten, een andere zaak gaat voor’. Dat is heel heftig.”
Ook voor de kwaliteit van strafzaak en onderzoek is het lange wachten niet ideaal. ,,Het wordt er zeker niet makkelijker op”, zegt zedenofficier Henk Mous van het Openbaar Ministerie in Noord-Nederland. Vertel Mous niets over werkdruk: ,,Ik schat dat ik op dit moment veertig, vijftig zedenzaken heb lopen. De zaken die officieel nog niet door de politie aan ons Openbaar Ministerie zijn overgedragen, heb ik niet meegeteld.”
Ouders zeggen: Er is iets vreselijks met mijn kind gebeurd. Doe iets!
Advocaat Korver vindt dat de kwaliteit onder de huidige aanpak en capaciteit leidt. ,,Zo kreeg een verdachte een brief van de politie om zich met zijn laptop op het bureau te melden. Wat denk je dat er op die laptop nog te vinden zal zijn?” Ook kan overbelasting ervoor zorgen dat zaken te snel terzijde worden geschoven. Voor slachtoffers is het lange wachten vooral heel zwaar. Mirjam van Zuylen van Slachtofferhulp Nederland: ,,Mensen kunnen pas verder met hun leven als de strafzitting is geweest. Het is een heel belangrijk ijkpunt. Hoe langer dat duurt, hoe langer hoe mensen in die stress blijven zitten. Ik heb nu een zedenzaak van vier jaar geleden. Ik zie dat ze het echt heel druk hebben bij de zedenrecherche. Maar mijn cliënten hebben daar geen boodschap aan. Die zeggen: ‘Er is iets vreselijks met mijn kind gebeurd. Doe iets’.”
November 2020. Marieke: ,,Ik blijf om de paar weken bellen met het Openbaar Ministerie. Hoe moeilijk kan het zijn om een datum voor een rechtszaak te prikken? Ze vertellen me dat de zaak nog niet zittingsklaar is en dat aanvullend onderzoek bezig is. Wat ik het moeilijkst vind: al die tijd loopt Bob vrij rond. Eva gaat nergens meer alleen naartoe. In november krijg ik eindelijk een datum. Bob komt dit voorjaar voor de rechter. Eva heeft een vergoeding gekregen van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, voor wat haar is overkomen. Dit voelt als een enorme erkenning van haar leed.”
Hoe kunnen we kinderen beter beschermen? Dat de dader gestraft wordt, is voor kinderen heel belangrijk, zegt Marloes Koeken, de Brabantse therapeute die Eva heeft behandeld. ,,Het deed Eva heel goed dat ze het aan de politie had verteld. Zij was bang dat Bob nog een keer terug kwam om haar knuffels af te straffen.’’
Kinderen betrekken alles op zichzelf. Een straf is een bevestiging dat hij of zij niets fout heeft gedaan. Koeken: ,,Het is heel belangrijk dat ook de samenleving zegt: ‘Het klopt niet wat jou is overkomen’. Maar de realiteit is helaas ook: je kunt het lang niet altijd bewijzen. En veel kinderen durven niets te zeggen.”
Er is niet alleen meer capaciteit nodig bij politie en OM. Er is veel meer nodig voor de bescherming van kinderen, zegt slachtofferadvocaat Richard Korver. Hij pleit voor een nationale kerngroep voor seksueel kindermisbruik, met hulpverleners én rechercheurs.
Korver: ,,Het gaat om de kwaliteit van de hele maatschappij. Als we er met zijn allen voor zorgen dat het onderwerp beter bespreekbaar is, zullen we sneller geneigd zijn dingen strafrechtelijk te melden.” Nu is het vooral een taboe. ,,Als je vertelt dat je kind seksueel misbruikt is, hebben mensen het vaak ineens heel druk. Pesten is ook heel lang zo’n taboe geweest. In mijn kindertijd gebeurde er niets aan. Inmiddels heeft iedere klas een pestprotocol en het is nu heel normaal om erover te praten.”
Januari 2021. Marieke krijgt begin januari het strafdossier. Er staat in wat Eva in het studioverhoor heeft verteld. Marieke heeft dat nog niet helemaal gelezen. ,,Ik moest ermee stoppen, omdat ik misselijk werd.” De gevolgen van het misbruik zijn groot geweest. Marieke en haar dochter wonen in een ander huis. Met Eva gaat het goed, al kan ze de naam Bob nog steeds niet verdragen. Marieke wil na de strafzaak een stichting oprichten om andere kinderen sneller te helpen: ,,Eva heeft het pas na een half jaar durven vertellen, ook al heb ik heel vaak gevraagd waarom ze zo stil was. Ben ik met haar naar de huisarts geweest.” Dat moet anders, vindt ze. ,,Ik wil dat kinderen vanaf de kleuterklas elk jaar les krijgen over wat wel en niet oké is. En dat je het altijd moet vertellen als je wordt misbruikt, wát de dader je ook wijs maakt.” Dat alles zo lang duurt heeft Marieke geen goed gedaan: ,,Ik vind dat onmenselijk.” Het gebrek aan capaciteit bij de politie en het OM moet zo snel mogelijk worden opgelost, vindt ze. ,,We leven in 2021. Hier zijn geen excuses voor.”
*De namen van Marieke, Eva en Bob zijn omwille van hun privacy gefingeerd en bij de redactie bekend.