Een groot deel van de 30.000 medewerkers in de jeugdzorg legt maandag – voor het eerst in de geschiedenis – het werk neer. Zij eisen dat het kabinet oplossingen biedt voor de problemen waar de bezuinigingen en decentralisaties van de afgelopen jaren toe hebben geleid. Waar gaat het om en waarom is de urgentie voor de actievoerders zo hoog?
De jeugdzorg valt sinds 2015 onder de gemeenten.
Het idee achter dit initiatief van het Rijk was het tegengaan van de ‘versnippering’. Ook moest de jeugdzorg laagdrempeliger worden.
Onder jeugdzorg valt zowel de jeugdhulp, als de jeugdbescherming en jeugdreclassering voor jongeren tot 23 jaar. “Veel mensen zien bij jeugdzorg alleen maar medewerkers die kinderen uit huis plaatsen als er problemen zijn, maar dat is een beeld dat geen recht doet aan de werkelijkheid”, zegt FNV-bestuurder Maaike van der Aar met klem.
Bijna een op de tien jongeren krijgt te maken met jeugdzorg. Dat waren er vorig jaar 428.000, constateerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Sinds 2000 neemt het aantal kinderen dat met jeugdzorg in aanraking komt al toe. Oorzaken zijn onder meer de toename van het aantal eenoudergezinnen en vechtscheidingen en daarnaast de prestatiedruk waar veel kinderen onder gebukt gaan.
De extra vraag leidde tot extra kosten. De Nederlandse gemeenten trokken daarom al vaker aan de bel in Den Haag.
De gemeenten zijn al jaren met het Rijk in gesprek over de groeiende kosten in de jeugdzorg. Als Den Haag geen geld bijlegt, dan kunnen de gemeenten naar eigen zeggen geen volwaardige zorg en hulp aan jongeren meer garanderen.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) waarschuwt dat er (weer) bezuinigd moet worden als er niet op korte termijn extra geld beschikbaar komt. Het kabinet liet onlangs wel weten dat de komende drie jaar in totaal 1 miljard euro extra naar jeugdzorg gaat. Dit is echter een eenmalige bijdrage en geen structurele financiële steun. Volgens de FNV/CNV is dit bedrag niet hoog genoeg om de tekorten aan te vullen.
Diverse partijen hebben recent gewezen op de problemen in de jeugdzorg.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer liet dit voorjaar weten uit het veld veel signalen te krijgen dat kwetsbare kinderen niet meer de hulp krijgen die zij wel nodig hebben. Zij wees de overheid erop dat de problemen bij de jeugdhulp, de jeugdbescherming, de jeugd-ggz en het passend onderwijs “steeds groter worden”.
Kalverboer signaleert dat de wachtlijsten in rap tempo langer worden. Dit raakt ook de kinderen die snel hulp nodig hebben of in een kritieke situatie verkeren. Ook constateert de Kinderombudsman dat het aantal kinderen dat mishandeld wordt de laatste jaren niet significant afneemt. Zij stelt dat de problemen die de decentralisatie moest oplossen alleen maar groter zijn geworden.
Ook kinderrechters luidden recent de noodklok vanwege het tekort aan jeugdzorgwerkers en de wachtlijsten die snel groeien. “We snappen niet dat het kabinet al die signalen, al die noodkreten maar blijft negeren”, aldus FNV-bestuurder Van der Aar.
Het is uitzonderlijk dat personeel in de jeugdzorg het werk neerleggen.
Van der Aar wijst erop dat de stakingsbereidheid in de ene sector groter is dan in de andere.
“Jeugdzorgwerkers zullen altijd eerst voor hun cliënten kiezen. Maar dat is ook een van de problemen van de sector. Uit loyaliteit gaat iedereen de hele tijd maar dóór, ook als de grenzen eigenlijk al zijn bereikt. De gaten zijn heel lang opgevuld door tóch nog wat harder te lopen, óók als de werkdag al voorbij is of als er geen extra geld tegenover staat. Maar dat elastiekje is nu genoeg opgerekt, Den Haag moet nu echt gaan bewegen. Anders gaat het binnenkort een keer heel erg fout en stevenen we af op een ramp.”
De problemen in de jeugdzorg passen in een hele reeks signalen uit de samenleving dat de liberalisering van alle organisaties niet zo zaligmakend is als Den Haag doet voorkomen, bepleit Van der Aar.
“Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de eigen kracht van mensen. Maar sommige groepen redden het dan gewoon niet. Het aantal verwarde personen op straat neemt toe, het aantal daklozen is verdubbeld, de ggz kan het werk niet aan, het onderwijs kampt met chronisch tekort aan mankracht. Het is leuk dat Rutte ons land meer welvaart wil geven. Maar wat heb je daaraan als het welzijn van zoveel kinderen schrikbarend afneemt?”
Het ziekteverzuim in de jeugdzorg neemt toe.
Nederland telt op dit moment 30.000 jeugdzorgwerkers, die het werk volgens vakbond FNV nauwelijks aankunnen. Het verzuim en het verloop in de sector zijn bovengemiddeld hoog.
Het ziekteverzuim ligt op 18 procent en 50 procent van alle nieuwe arbeidskrachten haakt binnen een jaar weer af door de werkdruk en de relatief lage lonen. Hierdoor vergrijst de sector in hoog tempo. Veel oudere medewerkers bereiken de komende jaren hun pensioenleeftijd. “Je verliest dus niet alleen handen, maar ook kennis en collectief geheugen”, verduidelijkt Van der Aar. “Die zijn, zeker in deze beroepsgroep, heel belangrijk. Een sector als deze kan niet alleen maar draaien op onervaren krachten.”
De echte gevolgen worden pas over een paar jaar duidelijk.
De wachtlijsten in de jeugdzorg zijn flink langer geworden. Zelfs de urgente probleemgevallen moeten weken of zelfs maanden wachten voordat ze aan de beurt zijn. Bovendien klagen veel medewerkers geen ruimte of tijd te hebben voor het bieden van echt goede zorg. Zij stellen alleen maar aan symptoombestrijding te kunnen doen.
“Dit betekent dus dat de problemen waar de jongeren mee worstelen niet weg zijn en dat zij er op langere termijn alsnog tegenaan gaan lopen”, legt Van der Aar uit.
Een van de imagoproblemen waar jeugdzorg mee worstelt, is dat veel mensen in Nederland er niet zelf mee te maken krijgen, merkt ze. “Met zaken als ouderenopvang of huisartsenzorg krijgt ieder mens te maken. Maar jeugdzorg staat bij veel mensen niet op de radar, omdat zij er gelukkig niet mee te maken krijgen. Dat maakt de urgentie van de problemen waar we nu mee kampen echter niet minder groot. Want uiteindelijk krijgt wel de hele samenleving de rekening gepresenteerd als we deze jongeren niet de hulp kunnen bieden die ze wel nodig hebben.”