Als we een beetje privacy opgeven dan kunnen inlichtingendiensten ons verlossen van terrorisme. Tenminste dat denken ze. De combinatie van onwetendheid met angst mag er niet voor zorgen dat we basisrechten opgeven, zelfs niet als dat in het voordeel van terroristen is.

Apple weigert de FBI toegang te geven tot de iPhone van de schutters van San Bernardino en wordt daarin gesteund door Google en WhatsApp. Onbegrijpelijk want door hen iets meer toegang te geven kan een vrij duidelijk geval van terrorisme worden opgehelderd en kunnen we misschien meer aanslagen voorkomen.

De vraag is echter niet of je de privacy van terroristen moet beschermen, dan wel waar je de grens trekt van wat zo’n ingreep rechtvaardigt. Als het deze keer kan, kan het dan ook voor wie een familiedrama veroorzaakt? Voor een dodelijk verkeersongeval? Voor een overval? Voor illegaal downloaden? …Moet Apple dat dan ook doen als hetzelfde zich voordoet in China, maar dan met een dissident tegen het regime? Of een verdachte Palestijn in Israël? Wat als het om een journalist gaat die een artikel wil publiceren dat IS bijzonder nuttige informatie geeft, of als het om een artikel gaat dat een regering kan doen vallen? …Mag uw telefoon worden doorzocht als blijkt dat uw buurman of collega naar Syrië is vertrokken?

De realiteit is dat elke inlichtingendienst, elk land en elke politicus een andere definitie heeft van wat gevaarlijk is en onwetendheid over technologie maakt die situatie niet beter. Het is dan ook in ieders belang dat Apple & co hun medewerking per definitie weigeren. Vraag maar de Chinese dissidenten die in 2005 door de Chinese overheid werden opgespoord met hulp van Yahoo.

 

Bron

Share.