Boeren en agrarische bedrijven halen steeds vaker een groot deel van hun inkomsten uit andere bronnen dan alleen veeteelt of akkerbouw. Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerd enquêteonderzoek van uitgeverij Agrio en Wageningen University & Research.
Het deze zomer uitgevoerde onderzoek laat zien dat inmiddels de helft van de agrarische bedrijven hun inkomsten tegenwoordig ook uit zaken als agrotoerisme of natuurbeheer halen. Daarnaast hebben sommige agrariërs vaker een zorgboerderij of verdienen ze aan energieproductie met windmolens of zonnepanelen. In 1995, toen voor het laatst grootschalig onderzoek uitgevoerd is, lag dat percentage nog op 22 procent.
Volgens de betrokkenen bij het onderzoek is het goed dat er nu meer aandacht voor de verschillende activiteiten op agrarische bedrijven is. “Het beeld in de media werd het afgelopen jaar vooral gedomineerd door de stroming die zich richt op specialisatie en schaalvergroting”, aldus hoogleraar Rurale sociologie Han Wiskerke. “Uit ons onderzoek blijkt dit slechts één van de vele stromingen te zijn.”
De diversificatie is bovendien goed voor de werkgelegenheid, met name bij bedrijven in de buurt van steden of in toeristische gebieden, zo blijkt uit het onderzoek. De drijfveer van veel boeren is ontevredenheid over de inkomsten uit agrarische activiteiten. “Puur van landbouw rondkomen is moeilijk”, zegt Wiskerke. Van de deelnemende bedrijven is in 2020 nog maar een kwart volledig afhankelijk van landbouw. De rest vult het inkomen aan met andere activiteiten.
Dat kan volgens Wiskerke op verschillende manieren uitgelegd worden; als “teken van bittere noodzaak”, maar ook als “uiting van veranderende opvatting over wat goed en of toekomstbestendig agrarisch ondernemerschap is”.
Het onderzoek is in juli en augustus digitaal uitgevoerd onder twaalfhonderd boeren door Geelen Consultancy in opdracht van uitgeverij Agrio en Wageningen University & Research.