Hooggeplaatste Amerikaanse militaire officieren zouden president Donald Trump maandag diverse “vergeldingsacties” hebben voorgelegd na de “aanvallen van Iran op Saoedische olievelden”. Trump zelf heeft nog geen besluit genomen. Eerder op de dag vertelde hij aan Amerikaanse journalisten dat er “voldoende tijd” is en “er geen haast is om actie te ondernemen”.
Een van de opties zou een door Saoedi-Arabië geleide luchtaanval zijn op diverse strategische olierijke doelen in Iran, gesterkt door informatie van de Amerikaanse inlichtingendienst.
Bronnen vertellen aan NBC News en CNN dat de Verenigde Staten op die manier zelf géén raketten afvuren op het land. Ook een cyberaanval zou bij de ontmoeting zijn genoemd.
Dinsdag schreven diverse Amerikaanse media dat de VS nieuwe bewijzen heeft dat Iran achter de aanvallen zit. Satellietfoto’s zouden aantonen dat de drones zijn verstuurd vanaf Iraans grondgebied. Eerder werd al gemeld dat ze van Iraanse makelij zouden zijn.
Het Saoedische ministerie van Defensie geeft woensdag een persconferentie waarin het “bewijzen gaat tonen van Iraanse betrokkenheid bij de aanvallen”, schrijft persbureau Reuters. Teheran ontkent iets met het incident te maken te hebben. De Houthi-rebellen uit Jemen hebben de aanvallen meermaals opgeëist.
‘Olieproductie deze maand weer volledig hersteld’
De olieproductie van Saoedi-Arabië zal eind deze maand waarschijnlijk weer volledig hersteld zijn van de droneaanvallen van afgelopen weekend, zei energieminister Abdulaziz Bin Salman dinsdag. Eerder werd gevreesd dat de olie-installaties maandenlang met productieproblemen zouden kampen.
Het productieverlies door de droneaanvallen op oliefaciliteiten van staatsolieconcern Saudi Aramco in Abqaiq en Khurais bedroeg 5,7 miljoen vaten olie per dag, ongeveer 5 procent van de olieproductie wereldwijd.
De top van Saudi Aramco verklaarde dat nog wordt onderzocht wat de kosten van de schade aan de faciliteiten zijn. De al lang geplande beursgang van Saudi Aramco zou binnen twaalf maanden moeten plaatsvinden, afhankelijk van marktomstandigheden. Daarbij zou het staatsoliebedrijf gewaardeerd moeten worden op 2 biljoen dollar (ruim 1,8 biljoen euro).
