Zeker vijftien van vijftig door het RIVM in 2017 en 2018 onderzochte zeeschepen in de haven van Rotterdam hadden „zeer zorgwekkende stoffen” in hun brandstof.
Een vrachtschip in de haven van Rotterdam. Het is niet duidelijk of het RIVM dit schip onderzocht heeft.
De brandstof van sommige niet-Europese zeeschepen die aanmeren in de haven van Rotterdam bevat schadelijke stoffen. Dat concludeert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op basis van een analyse van brandstofmonsters van vijftig schepen. De stookolie van zeker vijftien schepen die in 2017 en 2018 werden onderzocht, bevatte (te hoge gehalten van) stoffen die het RIVM aanmerkt als „zeer zorgwekkend”.
Tijdens laboratoriumonderzoek werden stoffen aangetroffen die volgens Europese wet- en regelgeving niet in stookolie mogen zitten, zoals trichlooretheen en cyclododecatrieen. In acht brandstofmonsters werden te hoge gehaltes gevonden van stoffen die van nature in ruwe aardolie zitten, zoals indeen, nikkel of naftaleen, eveneens een „zeer zorgwekkende stof”. In Europa is afgesproken om geleidelijk aan te stoppen met gebruik van dit soort stoffen.
Lees ook deze NRC-factcheck:‘Uitstoot scheepvaart evenveel als die van alle auto’s’
Behalve deze zeer schadelijke stoffen ontdekten de onderzoekers in de stookolie van bijna alle onderzochte schepen één of meer „afwijkende of gevaarlijke stoffen”. Het gaat dan bijvoorbeeld om organochloorverbindingen, aceton of methanol, stoffen die van nature niet in ruwe aardolie zitten. De uitstoot van schepen die dit soort stoffen in hun brandstof hebben, kan volgens het RIVM eveneens zeer schadelijk zijn voor het milieu.
Productie van stookolie
Stookolie wordt geproduceerd in raffinaderijen door ruwe aardolie te verhitten en af te koelen. Soms worden in het productieproces organische vloeistoffen toegevoegd. Het is echter veelal onduidelijk welke stoffen hiervoor worden gebruikt. Volgens het RIVM duiden de brandstofmetingen erop dat de onderzochte stookolie mogelijk met ongewenste vloeistoffen is aangelengd. De onderzochte schepen hebben meerdere tanks aan boord en gebruiken de verontreinigde brandstof niet in Nederland, aldus het RIVM.
De inspectie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat had opdracht gegeven tot het onderzoek. Een woordvoerder zegt dat deze Inspectie Leefomgeving en Transport de uitkomsten van het onderzoek „nader gaat bestuderen en bekijkt welke vervolgacties genomen kunnen worden”.