Op Facebook worden de huisregels gehandhaafd door een klein leger werknemers. Vijf vragen over het beleid van de Facebookpolitie.
1. Wie zit erachter?
Moderatoren zijn als het ware de politieagenten van Facebook: een klein leger werknemers – niemand weet hoeveel het er zijn – dat de huisregels van het sociale netwerk handhaaft. De moderatoren bekijken in principe alleen berichten die door gebruikers worden gerapporteerd. Voor zover bekend gebruikt Facebook geen moderatiesoftware die gewelddadige video’s, naaktfoto’s of scheldpartijen automatisch herkent.
2. Waarom worden de berichten verwijderd?
Het maakt niets uit of iets eenmalig of honderd keer is gerapporteerd: Facebook verwijdert alleen materiaal dat tegen de richtlijnen in gaat. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Zo moeten moderatoren het onderscheid kunnen maken tussen haatdragend taalgebruik (verboden) en satire (toegestaan).
3. Waarom is Facebook zo streng?
De regels zijn zo streng, zegt Facebook, omdat 1,6 miljard mensen van verschillende leeftijden en culturen gebruikmaken van het netwerk. En die moeten er allemaal prettig op kunnen rondstruinen. De Facebookmoraal is een moraal waar de hele wereld mee moet kunnen leven.
4. Wie zijn dat eigenlijk, die moderatoren?
Dat is een van de best bewaarde geheimen van het internet. Facebook en andere internetdiensten schermen hun online ordebewakers extreem goed af. Eigenlijk lijkt de politiemacht van Facebook meer op een geheime dienst. Moderatoren ondertekenen een geheimhoudingsverklaring en mogen zelden tot nooit geïnterviewd worden door de pers. En volgens Sarah Roberts, een wetenschapper die zich bezighoudt met de huisregels van het internet, hebben de diensten ook een andere reden voor die geheimzinnigheid: ze houden graag de illusie in stand dat u naar een ongecensureerde versie van het internet kijkt.
5. Mag Facebook zomaar de vrijheid van meningsuiting inperken?
Juridisch gezien mag Facebook zelf bepalen welk materiaal het toelaat. Maar, zeggen internetexperts, het netwerk heeft ook een publieke functie als journalistiek platform. Dat spanningsveld werd goed zichtbaar bij de verkiezingsprotesten van 2009 in Iran. De veel gedeelde video waarop filosofiestudent Neda Agha-Soltan wordt doodgeschoten, was volgens de toen geldende richtlijnen niet toegestaan. Facebook liet hem staan en maakte voortaan een uitzondering voor nieuwswaardige beelden. Maar wat nieuwswaardig is, bepaalt Facebook zelf.